Op de UT is geregeld dat er jaarlijks 2,4 miljoen beschikbaar is in de AVWG. Bijvoorbeeld voor vitaliteit, duurzame inzetbaarheid en flexibiliteit. In de afgelopen twintig jaar is het budget niet altijd volledig benut, waardoor de reserves groeiden tot zes miljoen euro. Zowel hr-directeur Joost Sluijs en OPUT-voorzitter Ronald van ’t End geven aan dat het steeds beter lukt om overeenstemming te vinden voor dat jaarlijkse budget en de plannen te realiseren. Maar het lukt nog niet om het eens te worden over de zes miljoen aan reserve.
Van ’t End noemt het een vervelende situatie: ‘Uiteindelijk is het geld van en voor de werknemers. We doen ook steeds voorstellen, meest recent nog om het vitaliteitspact aantrekkelijker te maken voor UT-werknemers.’ Volgens Joost Sluijs is de afspraak dat de reserves stapsgewijs naar de centrale UT-begroting gaan, als het lukt om het jaarlijkse budget van 2,4 miljoen naar tevredenheid te besteden. ‘In 2016 maakten we het budget bij lange na niet op’, zegt hij. ‘Inmiddels lukt dat steeds beter. Maar er zijn nog geen plannen met draagvlak bij het OPUT én het CvB over deze reserves.’
Indexeren
Daarom ligt de discussie over de miljoenen momenteel stil. De vakbonden willen eerst duidelijkheid over de indexatie van het jaarlijkse budget, zodat het niet afneemt met de inflatie. Het college van bestuur voelt daar niet voor, zo valt in het jaarverslag te lezen. Het afgelopen jaar zou besloten zijn om een bindend advies aan te vragen bij de Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst (AAC). Dat is volgens Sluijs nog niet gebeurd.
