De enquête is afgelopen zomer afgenomen, heeft een nieuwe realiteit ons al niet ingehaald?
‘De periode is helder. We kozen bewust voor afname van de enquête in de zomer om het beeld van de maanden ervoor nog mee te nemen en voordat we in september naar een nieuwe situatie zouden gaan met 40 procent bezetting. Daarbij, het is een welzijnsonderzoek. We willen sowieso het welzijn van medewerkers en studenten meten. Deze onderzoeksresultaten kunnen we afzetten tegen een jaar geleden.’
Is er een algemene conclusie te trekken?
‘Niet één, wel verschillende. Het thuiswerken had z’n voor- en nadelen. Medewerkers hadden iets meer werk en ook iets ander werk. Gezien de toename van overwerk smeerden ze dat uit over meer uren. Een groot deel, 65 procent, zegt ook: dat thuiswerken wil ik na corona ook wel aan vasthouden, in ieder geval voor een deel van de werkweek. Duidelijk is ook dat medewerkers vooral hun collega’s misten.
De respons is met 54 procent hoog. En we konden deze resultaten afzetten tegen het medewerkersonderzoek van 2019; de tevredenheid nam toe en de werklast nam over de gehele linie iets af ten opzichte van vorig jaar. Het is ook prettig te weten dat het overgrote deel aangeeft dat de UT adequaat reageerde op de crisis.’
De belangrijkste bevindingen
- 55 procent van de medewerkers geeft aan dat de hoeveelheid werk toenam, vooral onderwijzend personeel en leidinggevenden.
- 71 procent kon hun werk grotendeels of volledig blijven uitvoeren
- Tweederde van de respondenten wil in de toekomst deels thuis blijven werken. Het grootste deel één of twee dagen per week.
- Top 3 positieve effecten thuiswerken: minder reistijd, pauze nemen wanneer dat kan, concentratievermogen
- Top 3 negatieve effecten thuiswerken: collega’s niet zoveel zien als gewenst, meer ‘geplakt’ zitten aan de pc, minder beweging krijgen dan op de campus
- De ervaren gezondheid bleef voor 61 procent hetzelfde. 12 procent van de respondenten zegt een betere gezondheid te hebben. 27 procent een verslechterde.
- 70 procent is blij met de UT-maatregelen. De UT krijgt een algemeen ‘rapportcijfer’ van 7.6. Dat is 0.4 hoger dan bij het medewerkersonderzoek van vorig jaar.
Je leest het hele rapport hier.
Is daar de toegenomen tevredenheid aan toe te wijzen?
‘We proberen in ieder geval tot zo goed mogelijke afwegingen te komen, met handvatten vanuit het RIVM en afspraken op sectorniveau. Waar het uiteindelijk om gaat, is de gezondheid van onze mensen. Dat 70 procent zegt dat de UT het goed heeft gedaan, sterkt me wel in ons beoordelingsvermogen. Ook als je de vergelijking maakt met andere universiteiten, denk ik dat we goede maatregelen troffen: veel werkzaamheden konden doorgaan, we hadden een week tijd om het onderwijs naar online om te zetten en iedereen binnen de organisatie heeft knetterhard gewerkt.’
Opvallend is dat de academische staf, waar de werkdruk al hoog was, toegenomen werkdruk meldt…
‘Dat heeft te maken met de ommezwaai naar volledig online lesgeven. Ja, het klopt dat de totale hoeveelheid werk is toegenomen als gevolg van de crisis en dat bepaalde groepen meer hinder ondervinden van de situatie dan andere. Maar, we weten niet wat het aanloopeffect van de crisis is geweest. Dat hopen we in een later onderzoek naast elkaar te leggen, want de totale werklast is wel gedaald ten opzichte van 2019. Er zijn tal van initiatieven, regelingen en ondersteuningen om de omstandigheden te verbeteren. Daar gaan we mee door.’
60% van het onderwijzend personeel geeft aan dat ze merken minder onderwijskwaliteit te leveren door het online werken. Valt dat mee of tegen?
‘Dat is een gewetensvraag. Ik vind dat we als organisatie ons best doen om zo goed mogelijk onderwijs én onderzoek te bieden. Ik denk dat we daar als UT goed in slagen binnen de mogelijkheden die we hadden en hebben. Dit onderzoek meet ook de periode waarin we snel de overstap naar online werken en studeren maakten. Daar moeten we met elkaar ook aan wennen en van leren. En we blijven monitoren wat de langetermijneffecten zijn van online onderwijs.’
Er lijken ook kwetsbare groepen te identificeren. Medewerkers onder de 40 jaar zijn negatiever over hun gezondheid. En jonge onderzoekers, zoals eerder ook de Jonge Akademie meldde, kampen met onzekerheid…
‘Ik denk dat de crisissituatie vooral de jongere mensen meer beperkingen oplegde, zeker op sociaal vlak. De onzekerheid onder jonge onderzoekers is ook een logisch gevolg. Je begint net, bent al wat onzeker over je toekomst en dan staat ineens de wereld op z’n kop. Het heeft onze aandacht, al ligt er ook een belangrijke rol bij de directe leidinggevenden.’
De aanbevelingen uit het onderzoek komen neer op een pleidooi voor maatwerk, wat gaat op dat vlak gebeuren?
‘De onderzoekers zeggen vooral: kijk per specifieke groep wat nodig is. Ook geven ze aan dat daarin een belangrijke rol is weggelegd voor leidinggevenden. De komende maanden gaan de onderzoekers samen met de taskforce werkdruk langs alle eenheden om te kijken naar passende, lokale maatregelen.’
Wat wordt er verder gedaan met de uitkomsten?
‘Er staan aanbevelingen in die inmiddels opgepakt zijn. De afgelopen periode hebben we ook allerlei andere initiatieven, regelingen en ondersteuningen uitgerold, onder andere op welzijnsgebied. Voor wat betreft thuiswerken is er nu een portal waarop informatie staat over het inrichten van de ideale thuiswerkplek. Daarop kun je ook middelen aanschaffen. Voor de lange termijn zijn we bezig met een thuiswerkbeleid. Het signaal dat naar voren komt uit dit onderzoek is duidelijk, nu moeten we nog nadenken hoe dat beleid eruit komt te zien. En er komt sowieso een vervolgonderzoek, want welzijn is een onderwerp dat niet alleen hoog op de agenda staat vanwege corona.’