Photo by: Frans Nikkels
News

‘Een incident staat nooit op zichzelf’

| Rense Kuipers

Erwin Medendorp is sinds februari manager Integrale Veiligheid, een nieuw gecreëerde functie binnen de Universiteit Twente. Vanuit zijn rol wil Medendorp zich richten op het ‘totaalplaatje’. ‘Veiligheid is bij uitstek een multidisciplinair vraagstuk.’

Wat is je achtergrond?

‘Na een studie materiaalkunde aan de TU Delft, heb ik mijn hele werkende leven wel iets met schades, ongevallen en risico’s gedaan. Eerst tien jaar bij Stork, waar ik onderzoek deed naar falende apparatuur en vervolgens doorgroeide naar een managementplek. Daarna ging ik elders aan de slag, als schade-expert bij zware incidenten. Denk aan datacentra die platliggen of afgebrande fabrieken. Zodra de brandweer het pand verliet, gingen wij aan de slag. De afgelopen zes jaar werkte ik bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Toen ik net begon, was het MH17-onderzoek in volle gang. Later hield ik me onder ander bezig met het Stint-ongeval en de ingestorte parkeergarage in Eindhoven. Wat ik vooral belangrijk vond, was de vertaling van goed onderzoek naar een goed leesbaar verhaal. Er moet van een incident geleerd worden.’

Was deze functie bij de UT een logische volgende stap?

‘In feite wel. In negen van de tien gevallen bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid, had ik te maken met directe slachtoffers of nabestaanden. Dat is zonder meer heftig. Maar wat ze allemaal gemeen hadden, was dat ze de behoefte hadden aan onafhankelijk onderzoek én dat er lering uit een incident werd getrokken. Dat is bijzonder belangrijk, het geeft in zekere zin rust. Wat ik de afgelopen jaren meer en meer leerde was dat een incident nooit op zichzelf staat. Het vindt plaats in een complex systeem van mensen en middelen. Waar ik me in het begin van mijn carrière vooral richtte op de gevolgen van een incident, kreeg ik in toenemende mate interesse in het voorkomen ervan. Eigenlijk veiligheid in de meest brede zin. Daar sluit deze functie absoluut op aan.’

'Integrale veiligheid draait om het totaalplaatje'

Wat trof je hier aan op het gebied van veiligheid?

‘Op hoofdlijnen gaat veel goed binnen de UT – en sowieso in de Nederlandse universitaire wereld. Zo is er al een gezamenlijke code waarin integrale veiligheid behandeld wordt. En er is ook steeds meer aandacht voor het onderwerp, daarom heeft de UT ook deze functie gecreëerd.’

Waarin zit de meerwaarde van je functie?

‘In het totaaloverzicht houden. Veiligheid kun je in een verschillende domeinen onderverdelen. Denk aan sociale veiligheid, kennisveiligheid, veiligheid van mensen, in arbeidsomstandigheden, brandveiligheid van gebouwen… Op de UT lopen heel veel gedreven mensen rond die binnen hun domein de zaken goed op orde hebben. Waar we een verbeteringsslag kunnen maken – en daar is de UT niet uniek in – is dat we domeinoverstijgend en multidisciplinair kunnen werken. Op die manier leren we elkaar steeds betere vragen stellen. Integrale veiligheid draait immers om het totaalplaatje, het is bij uitstek een multidisciplinair vraagstuk.’

Neem bijvoorbeeld een datacentrum, een totaalbeeld van mens, gebouw en kennis. En daarmee dus ook de veiligheid van die aspecten. Wie geef je toegang tot zo’n gebouw en waarom? Wat doe je in het geval van een calamiteit om de schade zoveel mogelijk te beperken? Hoe stel je de data veilig? Het is zaak om dat zo breed mogelijk te bekijken.’

Recentelijk zei AIVD-baas Erik Akerboom dat universiteiten geen bestuurlijke aandacht hebben voor digitale veiligheid. Is digitale veiligheid het grootste aandachtpunt?

‘Ik ben het niet met hem eens. Nationaal zijn de bedreigingen in kaart gebracht en cyber- en kennisveiligheid staan bovenaan het prioriteitenlijstje van universiteiten – zelfs nog hoger dan sociale veiligheid, durf ik wel te stellen. Ook binnen de UT zie ik dat LISA goed op de hoogte is van wat speelt en dat ze continu bezig zijn om onze data goed te beschermen. Zowel bestuurlijk als operationeel is er – terecht – aandacht voor dit onderwerp. Uiteraard kan het altijd beter, maar daar werken we aan.’

'Ik denk niet dat we ooit een risicoloze universiteit kunnen zijn'

Waar richt je je nu vooral op?

‘De coronacrisis. Zo denk ik mee met het C-CvB (het crisisteam van de UT, red.) en met de werkgroep Reconnect, die zich buigt over het komende collegejaar. Maar veel van wat ik de afgelopen maanden heb gedaan – naast kennismaken – was redelijk hands on. Onlangs dacht ik bijvoorbeeld mee met studententeam Solar Boat Twente, dat naar Portugal afreisde, toen het gebied op code oranje sprong. Of het op overkoepelend niveau is, of even schakelen met zo’n groep studenten, belangrijk om te realiseren is dat ik niet degene ben die verantwoordelijk is voor de veiligheid, dat zijn we namelijk allemaal. Ieder vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid. Het is vooral belangrijk dat iedereen zelf de risico’s inziet en nadenkt over wat op ze afkomt.’

Hoe kijk je naar veiligheid op deze universiteit?

‘Ik denk niet dat we ooit een risicoloze universiteit kunnen zijn. Het is ook niet realistisch om dat te verwachten. De UT heeft met Shaping2030 een ambitieuze, ondernemende visie. Als je risico’s durft te nemen en wil nemen, dan bestaat er de kans dat iets misgaat. Dat is niet erg, zolang de gevolgen maar beperkt blijven. En juist dáár kun je je organisatie op inrichten. Wat mij de komende tijd vooral te doen staat, is binnen de universiteit ophalen wat de risico’s zijn, om vervolgens te kijken waar we nog veiliger kunnen werken. Dat betekent niet dat we moeten toewerken naar één uniforme oplossing voor de gehele universiteit. Faculteiten opereren grotendeels autonoom en het is belangrijk dat er in de uitvoering ruimte blijft voor die lokale accenten. Maar iedereen moet wel hetzelfde beeld hebben. De wereld om ons heen verandert constant en snel, dat brengt risico’s met zich mee. We moeten daar als universiteit in meebewegen – en zorgen dat we dat veilig doen.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.