In de Grote Kerk van Den Haag las koning Willem-Alexander zojuist de traditionele troonrede voor. Er was een beperkt aantal gasten vanwege de coronamaatregelen: iedereen moest op anderhalve meter afstand van elkaar blijven, net als vorig jaar.
Aanstaande zaterdag komen er versoepelingen. Dan kunnen studenten weer in groten getale in de collegezalen samenkomen en passen er ook weer meer mensen in de Grote Kerk. Maar vandaag nog even niet.
Bezighouden
De koning begon met een kleine opsomming van thema’s die ‘velen’ bezighouden, zoals de woningmarkt, stikstofuitstoot, de rechtsstaat en kansengelijkheid in het onderwijs en op de arbeidsmarkt.
Het onderwijs dook daarna weer op toen de koning allerlei mensen bedankte die in de coronacrisis hebben doorgewerkt, zoals iedereen in de medische wereld, politiemensen en boa’s, militairen en dus ‘mensen in het onderwijs en de kinderopvang’.
Ten slotte stipte hij de gevolgen van de coronacrisis op het leven van jongeren aan: ‘Voor veel jongeren en jongvolwassenen dreigt na anderhalf jaar leven met de handrem erop een valse of vertraagde start in opleiding en werk.’
In de strijd tegen onderwijsachterstanden in coronatijd heeft het kabinet tot eind 2023 ruim acht miljard euro uitgetrokken, memoreerde Willem-Alexander. Dat deed de regering ‘vooruitlopend op noodzakelijke keuzes voor de lange termijn’.
Een van de toehoorders: demissionair minister Ingrid van Engelshoven (D66).
Noodzakelijk
Wat die noodzakelijke keuzes zijn, werd niet uitgelegd. Te denken valt aan extra geld voor onderwijs en onderzoek of – wie weet – aan de terugkeer van de basisbeurs, waar studenten en politieke jongeren vanmorgen aandacht voor vroegen.
Over extra investeringen in de wetenschap ging het niet of nauwelijks, al kwam wel even het Nationaal Groeifonds ter sprake, dat de komende vijf jaar 20 miljard euro gaat verdelen om de Nederlandse (kennis)economie te versterken. ‘In de eerste ronde is dit jaar ongeveer vier miljard euro vrijgemaakt’, zei Willem-Alexander, onder andere voor infrastructuur en voor projecten ‘in de sfeer van kunstmatige intelligentie en groene waterstof’.
Overigens schrijft de koning de troonrede niet zelf. Dat doet het kabinet voor hem. De koning hoeft de tekst alleen voor te lezen.