Afgelopen november meldde vakbond FNV dat er ‘aanzienlijke bedragen’ waren gemoeid met de nabetaling voor UT-flexwerkers. Uit de meest recente managementrapportage van de UT blijkt dat het gaat om een bedrag van 2,3 miljoen euro. ‘Inderdaad, het gaat om een fors bedrag, maar het gaat ook om heel veel studenten, zo’n tweeënhalf duizend’, laat HR-directeur Hans Oeloff weten. ‘Daarnaast kostte het gewoon administratief veel tijd en geld. Ik heb een vijftal mensen vier maanden lang fulltime aan het werk gehad op dit specifieke dossier.’
De nabetaling heeft te maken met de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren, kortweg Wnra, die op 1 januari 2020 van kracht werd, legt Oeloff uit. ‘Sinds we die hebben geldt ook een andere arbeidswet, de Wet Arbeidsmarkt in Balans, die inhoudt dat wij als organisatie een oproepkracht na 12 maanden dienstverband een aanbod moet doen voor een vast aantal uren.’
Letter van de wet
En de UT koos er in aanloop naar die nieuwe wetgeving – medio 2019 – bewust voor om dat aanbod niet te gaan doen, zegt de HR-directeur. ‘Het heet niet voor niets UT-Flex. Voor de UT was – en blijft – het belangrijk om studenten maximale flexibiliteit te bieden om ingezet te worden voor een klus. Maar dan is er inderdaad ook nog de letter van de wet. En ja, die moeten we naleven.’
Aan de start van de coronacrisis trokken UT-studenten namelijk aan de bel bij FNV. En de vakbond constateerde vervolgens dat de UT de Wet Arbeidsmarkt in Balans niet naleefde. Recent kwam de UT er samen met de FNV uit en eind december ontvingen de studenten hun nabetaling. ‘Inmiddels voldoet de UT volledig aan de wetgeving. Iedereen om wie het gaat heeft zowel een aanbod voor vaste uren als een nabetaling gekregen. Die kwam niet ten laste van de eenheden, maar vanuit een centraal UT-budget’, aldus Oeloff.
‘Mes snijdt aan twee kanten’
De UT gaat UT-flexwerkers die langer dan een jaar als oproepkracht werken een aanbod voor vaste uren doen, volgens de letter van de wet. En toch staat die Wet Arbeidsmarkt in Balans haaks op de grondbeginselen van UT-Flex, stelt Oeloff. ‘Los van dat het meer werk en geld kost. UT-Flex is een systeem waarbij het mes aan twee kanten snijdt, met flexibiliteit voor zowel de studenten als de werkgever. Daar hechten we volgens mij allemaal waarde aan. En van de 2500 studenten gingen er slechts twee in op een aanbod voor vaste uren. Dat zegt ook wel iets over dat studenten ook behoefte hebben aan die flexibiliteit. Want ga je in op een aanbod voor een vast aantal uren, dan moet je ook dat aantal uren werken.’
De HR-directeur zegt dat het afwachten is hoe deze wettelijke verschuiving in de toekomst al dan niet gevolgen gaat hebben voor UT-Flex. ‘We moeten ons gaan beraden op de invulling van de klussenbank in de toekomst. Ik snap dat dit voor veel doelgroepen een goede wet is. Maar dat geldt niet voor flexwerk door studenten op een universiteit.’