Een geschiedenisleraar die leraar wiskunde wil worden is voor zijn tweede studie het instellingscollegegeld verschuldigd. Hetzelfde geldt voor een verpleegkundige die fysiotherapie wil gaan studeren. Ze moeten jaarlijks vele duizenden euro’s neertellen. Alleen wie van buiten de zorg of het onderwijs komt kan daar een tweede studie tegen het lagere tarief volgen.
50 miljoen
GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld diende een voorstel in om ook studenten die een tweede ‘tekortstudie’ volgen het wettelijk collegegeld te vragen. Volgens haar zou dat 25 miljoen euro kosten die ze wilde bezuinigen op het budget voor de maatschappelijke diensttijd. Dat is een programma waarin jongeren die zich willen inzetten voor maatschappelijke projecten minimaal tachtig uur ondersteuning krijgen.
In juni gaf minister Dijkgraaf aan dat hij wel iets zag in het voorstel. Hij wilde toen de 'plussen en de minnen tegen elkaar afwegen'. Maar tijdens het begrotingsdebat op 24 november ontraadde hij het. Volgens hem zou het minstens 50 miljoen euro kosten en hij wil niet beknibbelen op het budget voor de maatschappelijke diensttijd. Een Kamermeerderheid toonde daar begrip voor en stemde donderdag tegen Westervelds voorstel.
Studenten die een tweede ‘tekortstudie’ willen volgen kunnen wel gebruikmaken van een subsidieregeling, andere scholingssubsidies voor het onderwijs en de populaire lerarenbeurs. Zulke tegemoetkomingen kunnen oplopen tot enkele duizenden euro’s per jaar. Ook kunnen ze geld lenen via het levenlanglerenkrediet.
Tweede opleiding
Dijkgraaf meldde in april dat er toen 2.171 bachelorstudenten het instellingscollegegeld betaalden voor hun tweede opleiding in de zorg of het onderwijs. In de masters ging het om 490 studenten. In sommige gevallen betaalde hun werkgever het hoge tarief.