De cijfers in het (financieel) jaarverslag wijken niet veel af van de prognoses die Van Zijl en CvB-vicevoorzitter Machteld Roos afgelopen november deelden. Uiteindelijk noteerde de UT in 2022 een tekort van 11,4 miljoen euro, terwijl een tekort van 7,6 miljoen was begroot. ‘Voor een groot deel komt dat door de gestegen energielasten en een tegenvallende instroom; we ontvingen in september zo’n 800 studenten minder dan verwacht’, aldus Van Zijl.
Een afgelopen november nog onvoorziene post zat volgens de directeur Finance in de groei van het aantal niet opgenomen verlofuren. ‘We hielden rekening met een extra voorziening van 1 miljoen euro, dat werd uiteindelijk 3,5 miljoen euro. HR heeft het probleem inmiddels aangekaart bij leidinggevenden. Boekhoudkundig gezien was dit een onaangename verrassing aan het einde van het jaar.’
Papieren winst
Financiële ‘meevallers’ waren er ook, waardoor het tekort van de UT relatief meevalt. Al zijn er volgens Van Zijl de nodige kanttekeningen te plaatsen bij die meevallers. ‘In één geval gaat het om een incidenteel resultaat vanuit de UT-holding, waarbij een terugbetalingsverplichting verviel. Maar die 8,3 miljoen euro is enkel een zogeheten papieren winst, die niet voortkwam uit onze bedrijfsvoering.’ Daarnaast lukte het de UT opnieuw niet om het aantal vacatures in te vullen waarop begroot was. ‘Daardoor houd je uiteindelijk geld over’, zegt de directeur Finance. ‘Dat is al jaren een ongewenst effect; we wilden niet voor niets die vacatures – met name voor het wetenschappelijk personeel – invullen.’
2023: tekort van 18 miljoen euro verwacht
De UT noteerde jarenlang een overschot of een klein tekort. De financiële vooruitzichten van de UT zijn volgens Van Zijl in een jaar tijd gekenterd. Na het relatief forse tekort in 2022, verwacht de UT dit kalenderjaar op een tekort van 18 miljoen euro uit te komen volgens de laatste prognoses. ‘Per saldo zijn de energiekosten ook dit jaar zo’n 8 miljoen euro hoger dan het oude normaal. En opnieuw ligt het in de lijn der verwachting dat straks in september de instroom wat tegenvalt. Daarnaast wil de UT ook investeren. Als je kijkt naar prioriteiten binnen Shaping2030, zijn er ambities op het gebied van lifelong learning, de samenwerking met onder andere de VU en met ECIU University. Dat kost natuurlijk geld waarbij de kosten voor de baten uit gaan.’
Volgens Van Zijl mag de UT niet te diep en te vaak achter elkaar ‘in het rood duiken’. ‘Onze rentabiliteit – de verhouding tussen ons resultaat en geïnvesteerde vermogen – moet over meerdere jaren op 0 zitten. Afgelopen jaar was het minus 4 procent – een acceptabele bandbreedte, waar we ook ongeveer op begrootten. Gaan we daar te veel onder zitten dit jaar, dan vrees ik dat we het moeilijk recht kunnen trekken en te lang een negatieve rentabiliteit zullen houden.’
‘Zuinig en voorzichtig zijn’
Bovendien, zo bleek recentelijk uit de voorjaarsnota van de UT, moet de universiteit haar verwachtingen voor de komende jaren scherp bijstellen. ‘Het is niet dat we krimpen’, zegt Van Zijl. ‘Maar we groeien veel minder hard dan we eerder verwachtten. En dan zie je dat het hard gaat in euro’s.’ Het betekent volgens de directeur Finance dat de UT een andere houding moet gaan aannemen ten opzichte van haar financiën. ‘We hoeven niet in paniek te raken, maar we moeten wél bezuinigen – in de zin dat we zuinig moeten zijn. Zuinig en verstandig. Dat betekent dat we ook moeten besluiten om dingen níét te doen.’
Omgaan met krapte
En dat in de wetenschap dat het de UT jarenlang voor de wind ging. ‘We moeten beseffen dat die vette jaren afgelopen zijn. Bovendien moeten we met nog meer ontwikkelingen rekening houden. Neem alleen al verschillende scenario’s voor nieuwe wetgeving rondom internationalisering, waar nog veel onduidelijkheid over heerst’, aldus Van Zijl. ‘De afgelopen jaren lieten we het budget meebewegen met de ambities: was de vraag groter dan het budget, dan deden we het vaak toch. En kwam het vaak financieel nog uit ook. Daar zullen we conservatiever naar moeten kijken: is er bijvoorbeeld een miljoen beschikbaar voor een project en is de vraag twee ton hoger, dan moeten we de vraag aanpassen en binnen het initiële budget moeten blijven.’
Ook dit jaar kan de UT al op een scherpere manier met onze budgetten omgaan, zegt Van Zijl. ‘Alles wat we in 2023 besparen of beter uitkomen dan begroot, helpt ons voor de begroting van 2024.’
Of de UT zich die houding kan aanmeten, is volgens hem de vraag. ‘Het is al meer dan tien jaar geleden dat deze universiteit om moest gaan met krapte. De jaren erna kenmerkten zich door sterke groei – eigenlijk kon het niet op. Maar dat land van melk en honing, dat ligt achter ons. We gaan financieel gezien uitdagende tijden tegemoet en zullen moeten leren ons aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid en dus zuiniger te zijn.’