Dat er in de regio de komende weken tal van populaire hardloopevenementen - Halve Marathon Hengelo, de Enschede Marathon, de Batavierenrace - op de agenda staan was te zien aan de belangstelling voor de Studium Generale-lezing. Van Sprundel vertelde haar verhaal voor een bomvolle tribune, waar geen stoeltje onbezet bleef. Liefhebbers van jong tot oud, de een casual gekleed, de ander uitzwetend van een training in een jasje aan van Kronos, Aloha of de Bata.
Hekel aan lopen
Van Sprundel, auteur van drie hardloopboeken en schrijvend voor onder meer Trouw en Runner's World, begon haar verhaal met een vraag aan het publiek. ‘Wie loopt er meer dan vijf keer in de week? Wie drie tot vier keer? Wie een a twee keer? Is er ook iemand die niet hardloopt?’ Eén moedige studente stak haar hand omhoog. ‘Ik heb er een hekel aan, het duurt me gewoon te lang’, vertelde ze goudeerlijk. Toen ze antwoordde op de vraag in welke hoedanigheid ze dan aanwezig was - ‘Ik zit hier namens de Bata-organisatie’ - begon ze net als de overige aanwezigen hard te lachen.
Na de opening nam Van Sprundel de zaal via zes hoofdthema’s mee langs allerlei fabels en feiten over hardlopen, die ze allemaal toetste aan de wetenschap. Want in geen sport lijken sterke verhalen, gevoelens, voorkeuren en details zo’n grote rol te spelen als in het hardlopen. ‘Ik begin met het thema schoenen. Tegenwoordig laten de meeste hardlopers analysefilmpjes maken in winkels. Ik zeg niet dat dat onzin is, maar steeds meer wetenschappers gaan er vanuit dat nieuwe schoenen op gevoel kopen beter werkt. Believe in plaats van evidence, ook al is het onderzoek beperkt en gaat het om gemiddelden’, trapte Van Sprundel af.
Een verhoogde kans op artrose?
In het vervolg van haar verhaal ging ze in op de vraag of hardlopen voor een verhoogde kans op artrose zorgt (‘nee, hardlopen is gezonder dan vaak gedacht en altijd gezonder dan niet hardlopen’), maar ook hoe je het beste traint. Volgens Van Sprundel is de tachtig/twintig-balans tussen easy en intensief heilig, net als consistentie. ‘Smeer je kilometers uit. Beter vaker wat korter en rustiger trainen, dan te lang en te snel’. Om gemotiveerd te blijven, tipte ze de aanwezigen om een doel te stellen - vaak een (halve) marathon - en om richting dat doel kortetermijndoelen te noteren.
Het meest saillante deel van haar verhaal ging over de grootste mythe onder hardlopers: bevordert het drinken wat bietensap - rijk aan nitraten - voor een loop je prestaties? Eindstand: het kan voor recreatieve lopers een tot drie procent schelen. ‘Best aanzienlijk.’ Maar wel met de nodige mitsen en maren, want te veel bietensap is ook weer niet goed. En groene groenten als rucola en Chinese kool hebben een vergelijkbaar effect. ‘Maar bietensap is eenvoudiger te consumeren. Ik neem het zelf niet, maar medehardlopers van mij wel bij het ontbijt voor een loop. Ik vraag ze dan wel om op afstand te blijven, want ik kan die potgrondlucht niet aan, maar dat is heel persoonlijk’, aldus Van Sprundel, die de misschien wel belangrijkste les bewaarde als antwoord tijdens de vragenronde. ‘Ook als je een keer geen zin hebt om te lopen: ga gewoon. Na het hardlopen voel je je altijd beter dan voor de tijd.’