Om lid van het gezelschap van relatief jonge topwetenschappers te worden, dienden UT’ers tot aan vorige maand hun ‘excellentie’ aan te tonen met bijvoorbeeld een Vidi, ERC Starting Grant of centrale onderwijsprijs. ‘Sterker nog, wetenschappers die zo’n beurs binnenhaalden werden gevraagd om lid te worden van YAT’, vertelt bestuurder Sissi de Beer. ‘Maar dat hield niet altijd in dat iemand zich actief bemoeide met de missie van De Jonge Akademie.’
Vanaf begin april doet YAT het op een andere manier, het gezelschap wijzigde namelijk van koers. ‘We voelden dat de oude voorwaarden eigenlijk niet eerlijk meer waren. Excellentie is lastig te beoordelen met criteria en zit niet alleen in het binnenhalen van een beurs. Ook al juichen we dat natuurlijk toe: uitblinken kan op tal van andere manieren’, aldus De Beer.
Proactieve benadering
Maar hoe werft YAT dan wel leden vanaf heden? Volgens De Beer op een proactieve manier. ‘We stellen nog steeds bepaalde criteria, want we willen de lat hoog houden. Maar we vragen geïnteresseerde wetenschappers om aan te geven wat ze denken bij te dragen en we kijken bijvoorbeeld hoe ze het beste uit hun onderwijs halen. Zijn ze misschien geliefd onder studenten? Ook daarin kun je uitblinken.’
Volgens De Beer leidt de nieuwe aanpak tot een betere afspiegeling van het ledenbestand. ‘Je ziet dat er binnen een faculteit als TNW meer grote beurzen worden binnengehaald dan bij BMS bijvoorbeeld. TNW-wetenschappers zijn nu dan ook veel beter vertegenwoordigd dan wetenschappers van andere faculteiten, terwijl we willen dat iedere faculteit zich kan identificeren met de Young Academy. We stellen nog steeds eisen, maar doen dat met een bredere uitleg van de term ‘excellentie’. Jezelf onderscheiden in je vakgebied – exhibited distinction in your field – vinden wij veel belangrijker en past beter bij de koers van de universiteit.’
De nieuwe koers van YAT sluit aan bij de trend van erkennen en waarderen, die de strenge hiërarchie op Nederlandse universiteiten wil tegengaan. De landelijke tak van De Jonge Akademie – verbonden aan de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) – stelde in maart 2023 al de vraag waarom alleen hoogleraren zichzelf professor noemen. Ook universitair docenten en hoofddocenten moesten dat recht krijgen, volgens De Jonge Akademie.