Aanvankelijk betaalden vluchtelingen uit Oekraïne, als ze hier gingen studeren, hetzelfde collegegeld als Nederlandse studenten. Dat gebeurde uit solidariteit: Rusland begon in 2022 een grootscheepse grondoorlog.
Geen bekostiging
Het gaat om ruim twaalfhonderd studenten. Maar universiteiten en hogescholen moesten hun solidariteit uit eigen zak betalen, want het kabinet gaf geen bekostiging: het zijn studenten van buiten de Europese Unie.
Sommige instellingen – maar niet allemaal – vonden het te duur worden. Voor nieuwe studenten gingen ze dit studiejaar weer het hoge instellingscollegegeld in rekening brengen voor studenten van buiten de Europese Unie.
Het kabinet liet dat gebeuren. Bekostiging kwam er niet, want de vier coalitiepartijen lagen met elkaar overhoop: ze waren het oneens over het indammen van migratie. Dat stond een beslissing over deze vluchtelingstudenten in de weg.
GroenLinks-PvdA en D66 wilden vorige week een motie indienen: de overheid zou deze studenten uit Oekraïne komend studiejaar moeten bekostigen met meevallers uit de Voorjaarsnota.
Maar zo gemakkelijk gaat het niet, staat in een reactie van demissionair minister Robbert Dijkgraaf. Mocht het kabinet inderdaad het ‘wettelijk collegegeld’ willen hanteren voor ontheemden uit Oekraïne, dan moet de regelgeving worden gewijzigd. Dat zou ongeveer één jaar in beslag nemen, zodat het lage collegegeld voor deze studenten 'op z’n vroegst met ingang van het studiejaar 2025/26 van toepassing zou zijn'.
‘Bredere verkenning’
Dijkgraaf vroeg of de twee partijen willen wachten met hun motie tot een 'bredere verkenning' naar de voorzieningen voor ontheemden uit Oekraïne is afgerond.
Ze gaan de motie inderdaad aanhouden, laat Tweede Kamerlid Luc Stultiens (GroenLinks-PvdA) weten. Dat heeft een praktische politieke reden. Nu zou de motie waarschijnlijk worden weggestemd en na die verkenning is er een kans op een meerderheid.