Volgens Katja Hunfeld, Hoofd van het UT Language Centre, valt vooral op dat hoge taalniveaus op de taalladder populairder worden. ‘Het aantal deelnemers voor het B1-niveau Nederlands steeg van 36 naar 110 deelnemers. C1 is het hoogste en moeilijkste niveau dat wij aanbieden. Dat aantal ging in 2023-2024 van nul naar 23 cursisten. Dit collegejaar kan de stijging verder toenemen’, zegt Hunfeld. Ook bij lagere levels, zoals A1 en A2, stromen de aanmeldingen binnen.
De reden
Hunfeld denkt te weten wat de reden is voor de sterke toestroom bij de cursussen. ‘De taaldiscussie rond het beleid op de universiteit en de ‘wet internationalisering in balans’ spelen een grote rol. Veel medewerkers horen het gerucht dat meer universiteiten een taaleis invoeren. Dat gaat rond bij collega’s en daar zijn mensen gevoelig voor. UT-docenten wachten niet af tot het zover is. Zij bereiden zich alvast voor door hun Nederlandse taal naar een hoger niveau te tillen. De kans bestaat dat de UT straks meer bacheloropleidingen in het Nederlands aanbiedt.’
‘Docentenzoektocht’
Om aan die vele aanmeldingen te voldoen is het talencentrum druk om het rooster met taaldocenten rond te krijgen. ‘Eerst organiseerden we de cursussen ‘s avonds. Dat aanbod breiden we verder uit naar overdag. UT-medewerkers kunnen dan tijdens werktijd een taalcursus volgen. Het is een puzzel om alles compleet te maken, maar het lukt tot nu toe om het rooster aan elkaar te breien. Taaldocenten zijn namelijk schaars en moeilijk te vinden. We maken daarom veel gebruik van freelancers. We komen dan zelfs uit bij Nederlandse docenten die in het buitenland wonen. Zij geven vervolgens online les aan zo’n vijftien cursisten. Natuurlijk geven we ook klassikaal les.’
‘We overwegen om de verplichte introductiecursus om te dopen tot een MOOC (Massive Open Online Course, red.). Dat is een open onlinecursus die voor iedereen toegankelijk is. Dat scheelt weer docenteninhuur. Op die manier zijn we bezig om het steeds efficiënter te maken.’ Dat Hunfeld vooral afhankelijk is van externe inhuur baart haar zorgen. ‘Nu de UT bezuinigt op externe inhuur, ontstaat er een acuut probleem.’
De online- en zelfstudiecursussen zijn extra services van het Language Centre, maar die leiden niet direct tot betere resultaten. ‘We voeren ze in, omdat mensen in hun eigen tijd en op eigen tempo een taal willen leren. Tegelijk zitten in die groep de meeste uitvallers. Mensen vinden het zwaar en pittig om in hun eentje een taal te leren. Zeker als je een PhD doet.’ Met elk niveau dat iemand omhoog gaat, komt er tweehonderd uur extra belasting bij. ’We komen graag tegemoet aan zoveel mogelijk wensen, maar de uitval van deelnemers is helaas hoog. Daarom werkt een ‘good old’ docent het allerbeste’, vindt Hunfeld.
Taalniveaus
Het UT Language Centre biedt taalcursussen aan op verschillende niveaus. Bij het A1-niveau is iemand beginner. Hij of zij is beginner en kan zich met simpele woorden en korte zinnen verstaanbaar maken. Het B1-niveau staat voor eenvoudig Nederlands. Een buitenlandse student of medewerker is dan in staat om een Nederlands gesprek te volgen, maar zich in een gesprek mengen is nog moeilijk. Niveau C1 betekent dat iemand zich op academisch en professioneel niveau kan uitdrukken.