Hoe is ‘Twente for Protest’ ontstaan? ‘Mijn collega, promovendus Kristy Claassen, kwam ermee. Ze had al langer contact met hoogleraar Ingrid Robeyns, al jarenlang een van de gezichten van WOinActie. Het grootschalige protest op 14 november in Utrecht kwam ter sprake. Dus hebben Kristy, ik en onze collega Margoth Gonzalez Woge besloten om dit initiatief te starten op de UT. Ook omdat we horen dat de UT er zelf vrij weinig aan doet. Er móét gewoonweg iets gebeuren, het kan niet zijn dat deze universiteit alleen maar reageert.’
update 21/10
Het college van bestuur en de decanen van de UT laten weten dat ze de landelijke protestactie ondersteunen, 'omdat we het belangrijk vinden dat de zorgen over de bezuinigingen niet alleen vanuit de instellingen wordt geuit, maar ook vanuit medewerkers en studenten.' De UT stelt enkele richtlijnen op voor medewerkers en studenten die deelnemen.
Voor medewerkers
- Medewerkers die willen deelnemen, hoeven daarvoor geen vrije dag op te nemen. Dit valt onder buitengewoon verlof.
- Medewerkers die willen deelnemen aan de protestactie zoeken daarover afstemming met hun leidinggevende. Het kan zijn dat er zwaarwegende argumenten zijn die maken dat aanwezigheid op de universiteit noodzakelijk is.
- De UT vergoedt geen reiskosten.
- Docenten zorgen ervoor dat studenten alle stof krijgen binnen de looptijd van een vak.
- Geplande toetsen gaan door.
Voor studenten
- Geplande toetsen gaan door.
- Voor studenten geldt op 14 november geen aanwezigheidsplicht.
- Het inhalen van gemiste stof is de verantwoordelijkheid van de student.
Hebben jullie veel medestanders?
‘Zeker! We zijn een paar dagen geleden een WhatsApp-groep gestart. Die telt inmiddels al meer dan 150 leden. Eerst begon het vooral vanuit onze eigen filosofie-afdeling, maar nu haken meer en meer UT’ers aan. Deze bezuinigingen raken ons allemaal – wetenschappelijk personeel, ondersteunend personeel en studenten – dus iedereen is welkom om aan te sluiten.’
Waarom is het zo belangrijk om tegen deze bezuinigingsmaatregelen te gaan protesteren?
‘De universiteiten kunnen een soort perfecte storm verwachten. WOinActie streed al jarenlang tegen de structurele onderfinanciering van universiteiten. Dat is de afgelopen jaren beter geworden onder minister Dijkgraaf, maar nu dreigt er weer enorm gesneden te worden. Het gaat financieel gezien sowieso al niet goed met de meeste Nederlandse universiteiten en ik vrees dat een bredere reorganisatie op de UT ook niet kan uitblijven. Dus banen zullen verdwijnen, wat voor nog meer werkdruk zorgt bij de mensen die wel kunnen blijven. Daarnaast krijgen studenten de langstudeerboete voor hun kiezen én dan is er nog de internationaliseringswetgeving die blijkbaar streng gehandhaafd gaat worden. Als ik alleen al binnen onze eigen afdeling kijk, ben ik een van de weinigen die in het Nederlands les kan geven. Ik zou niet weten hoe we dan verder moeten. Alles bij elkaar opgeteld, moeten we in actie komen.’
Op wat voor manier bereiden jullie je voor hier op de UT?
‘We verwachten dat het een mars wordt door de binnenstad van Utrecht. In aanloop daarnaar willen we zoveel mogelijk UT’ers mobiliseren. Ook hebben we het college van bestuur gevraagd om officiële steun. Het is belangrijk dat ze zich uitspreken; we hopen dat mensen zich niet geremd voelen om te gaan protesteren. Dat kan én mag namelijk. Op 24 oktober houden we een lezing over de geschiedenis van de financiering van universiteiten in Nederland, eerdere activiteiten van WOinActie en de voorspelde consequenties van de bezuinigingen. En op 11 november hebben we een moment om gezamenlijk spandoeken te maken en andere dingen voor te bereiden.’
Wat hoop je dat het protest teweegbrengt?
‘Ik hoop dat het een groot deel van de maatschappij wakker schudt over de impact die dit heeft voor de universiteiten. Dat ouders van kinderen die studeren of nog gaan studeren te horen krijgen dat dit kabinet een totaal verkeerde richting in is geslagen. We moeten hoe dan ook de meerwaarde van universiteiten duidelijk maken. Stel dat dit kabinet valt, dan moet dat zaadje al geplant zijn bij mensen.’
