BMS-faculteit klopt vaakst aan bij ombudsfunctionaris

| Stan Waning

Meer meldingen van wetenschappelijk personeel, juist minder van ondersteunend personeel en de meeste vanuit de faculteit BMS. Drie in het oog springende feiten uit het jaarverslag van ombudsfunctionaris Han Warmelink, die het document toelicht.

Han Warmelink.

Het aantal incidenten in het afgelopen collegejaar was vergelijkbaar met dat van voorgaande jaren. Bij medewerkers ging het in voorgaande jaren om respectievelijk 34, 36, 37 en 38 meldingen, dit jaar waren het er 35. Daarnaast liepen er ook nog dossiers uit eerdere jaren door, zodat dit jaar zo’n vijftig dossiers om aandacht vroegen van de ombudsfunctionaris. Het aantal studentenmeldingen was wederom beperkt: acht stuks.

Bezuinigingen

Han Warmelink merkt dat de bezuinigingen een grote rol spelen in zijn werk, dat moeilijker is geworden dan voorheen. Dat heeft twee oorzaken, volgens hem. Niet alleen zijn meer meldingen te herleiden naar de bezuinigingen, Warmelink kan ze ook moeilijker oplossen. ‘Want een oplossing gaat vaak gepaard met geld. Iemand overplaatsen bijvoorbeeld kost geld, en dat is er niet. En het is vaak onduidelijk wie zo’n beslissing moet nemen.’

Bij medewerkers nam het aantal meldingen van wetenschappelijk personeel toe (van 13 naar 21), terwijl dit bij het ondersteunend personeel afnam van 13 naar 9. Dat gold ook voor de PhD-geleding: van 11 naar 4. Eén klacht kwam van buiten de UT.

Saillant is het grote, toenemende aantal meldingen vanuit BMS, de faculteit die een jaar eerder ook al het vaakst aanklopte bij de ombudsfunctionaris. Een viertal klachten was een direct gevolg van een bezuinigingsmaatregel in die faculteit, waar volgens het jaarverslag sprake is van 'een rode draad'. De gemelde kwesties bleken overigens 'oplosbaar'.

De rode draad waar op gedoeld wordt heeft volgens Warmelink te maken met de cultuur in de faculteit. ‘Medewerkers zijn eerder geneigd om een discussie aan te gaan, wat tot conflict kan leiden. In de BMS-faculteit vinden medewerkers bijvoorbeeld sneller iets van de manier waarop er leiding wordt gegeven. Meer meldingen is overigens niet per definitie iets negatiefs.’

Het resultaat

Bij iets minder dan de helft (16, red.) van de in totaal 35 meldingen konden melder en UT weer met elkaar verder na advies en/of bemiddeling. In acht dossiers lukte dat niet, maar kon de medewerker verder door zich neer te leggen bij de situatie, terwijl in vier gevallen een medewerker als gevolg van het conflict vertrok. Vier dossiers zijn nog niet afgerond, terwijl bij de overige drie gevallen het resultaat onbekend is.

de ombudsfunctionaris

Medewerkers en studenten van de UT kunnen een beroep doen op de ombudsfunctionaris als zij in werk of studie problemen ervaren die worden veroorzaakt door een gedraging van iemand die namens de UT handelt. Waar een vertrouwenspersoon een melder persoonlijke ondersteuning biedt, richt de ombudsfunctionaris zich op de oplossing van een gemeld probleem. Dat vereist een neutrale, onpartijdige opstelling ten opzichte van alle betrokken partijen. Dat maakt dat de vertrouwenspersoon er is voor de melder – en dus aan dienst kant staat – terwijl de onpartijdige ombudsfunctionaris er is voor het probleem en de oplossing daarvan, door een luisterend oor te bieden en de melder advies en begeleiding te geven.

 

 

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.