Hoe is het om weer terug te zijn op de UT?
‘Veel mensen zeggen: ‘Je bent weer terug op het oude nest.’ Maar ik ben nooit ver weg geweest. Ik bleef – terwijl ik in Tilburg werkte – in Twente wonen. Ik kom op de campus weer veel bekende gezichten tegen, maar er zijn ook nieuwe hoogleraren, docenten en promovendi bijgekomen. Daarnaast zitten er andere decanen op de faculteiten en is er een ander college van bestuur. Als je ergens terugkeert, is het altijd weer even wennen hoe alles gaat.’
Waarom bent u teruggekeerd?
‘Ik werkte ontzettend fijn in Tilburg, maar ik miste de ingenieurs, de creatieve wetenschappers die mooie dingen bouwen. En de jongens met paardenstaart, zoals ik ze in Tilburg soms gekscherend noemde. Oftewel, jonge mensen die op creatieve wijze mooie en technische dingen ontwikkelen. De creativiteit op dat gebied is op de UT meer aanwezig. De Tilburgse universiteit is mooi en warm. De UT is daarentegen groener en uitgestrekter. Dat vind ik heel mooi. Ook is hier mijn interesse in techniek direct zichtbaar. Bij binnenkomst kom ik gelijk een zonneauto tegen. Het is de technologie die mij enorm fascineert. Daar gaat mijn hart sneller van kloppen.’
In uw afscheidsinterview eind 2018 zei u dat uw doelen waren bereikt op de UT. U was toe aan een volgende stap. Welke doelen heeft u nu gesteld?
‘Ik heb de ambitie om nieuwe studies op te richten. Het is opmerkelijk dat de UT geen opleidingen kent met ‘AI’ in de titel. Verder wil ik nauwe verbindingen opzoeken met andere studies en faculteiten. Daar kan AI zeker een rol in spelen. Naar mijn mening kan de UT meer verkennen op het gebied van artificial intelligence en datawetenschappen. Dat kan samen met bijvoorbeeld de faculteiten Behavioural, Management and Social Sciences (BMS) of Engineering Technology (ET). We kunnen samen hele mooie en interessante nieuwe dingen tot stand brengen.’
Wat trof u aan bij de faculteit EEMCS toen u terugkeerde?
‘Dat veel hetzelfde is gebleven. Dat vind ik niet uitsluitend een goed teken. Je moet iets niet laten zoals het is, omdat het al jaren zo gaat. Er zijn dingen die ik wil veranderen. Zo kunnen sommige overleggen en organisatiestructuren efficiënter om zo kostbare tijd te besparen. De mensen mogen daarbij zeker van de decaan verwachten dat hij die aanpassingen duidelijk uitlegt en onderbouwt.’
Welke uitdagingen liggen er voor u klaar?
‘De UT heeft zoals we weten te maken met bezuinigingen. Bij de faculteit EEMCS zijn de bezuinigingen voor het jaar 2025 overzichtelijk en niet problematisch. We reizen minder en hebben minder beschikking over student-assistenten, zoals verwacht. Daarnaast zijn we kritischer op nieuwe aanstellingen.’
‘In 2026 ligt die situatie anders, zeker als de ‘Wet Internationalisering in Balans’ doorgaat. De kans bestaat dat we onze studies in het Nederlands moeten aanbieden. Dat zorgt mogelijk voor een groot probleem, omdat we dan veel internationale studenten mislopen. De meeste studies bij deze faculteit zijn in het Engels. We kunnen niet verwachten dat buitenlandse stafleden en studenten de Nederlandse taal opeens voldoende beheersen om college te geven, of om college te volgen. Het zijn politieke beslissingen die voor onzekerheid zorgen.’
Wat leerde u in Tilburg? En wat neemt u daarvan mee?
‘In Tilburg vervulde ik voor het eerst de rol van decaan. De laatste zes jaar was ik veel in contact met het CvB en met mijn collega-decanen; ik heb een grote rol gespeeld in het vormen van de nieuwe strategie van mijn faculteit en van de universiteit. Die interactie met het CvB, die taken, had ik als hoogleraar een stuk minder. Ik weet wat een decaan moet doen. Die ervaring neem ik dus zeker mee.’
‘In Tilburg stromen studenten bijvoorbeeld zonder technische achtergrond makkelijker in bij een master waar data science en AI centraal staat. Op die universiteit steeg het aantal studenten in de afgelopen jaren enorm en introduceerden we enkele nieuwe studies in mijn faculteit. Dat is iets waar we op de UT ook over na kunnen denken.’
Wat voor decaan bent u?
‘Ik voel me een initiator en verbinder. Ik ben dan wel een decaan van deze faculteit, maar ik voel verantwoordelijk voor de hele universiteit. Daarom kijk ik verder dan mijn eigen faculteit. Dat vraag ik ook van de mensen die bij EEMCS werken.’
Is het leuk om als decaan in te stappen in de huidige situatie van de UT?
‘Er hangen dreigende wolken boven de UT, dat zeker, maar we moeten ook niet doemdenken. Daarmee veeg ik de uitdagingen niet van tafel. Deze stap in mijn carrière neem ik met volle overgave, ondanks de huidige financiële situatie. Het is uitdagend, maar het geeft ook de mogelijkheid om veel dingen te verbeteren. Dat er veel te doen is, is duidelijk. We kunnen de faculteit heruitvinden, dat hoort ook bij de taak van een bestuurder.’
‘We moeten niet alleen denken aan wat misgaat, want minstens negentig procent loopt heel goed. Daar kunnen we trots op zijn en die positieve energie moeten we vasthouden. Als we enkel bezuinigen, betekent dat ook dat we alleen maar dingen minder gaan doen. Het gevolg is dat je als universiteit niet meer innoveert en dus stilstaat. Daar moeten we absoluut voor oppassen. Ruimte voor innovatie moet er zijn en blijven. Uiteindelijk doen we het allemaal voor de volgende generatie studenten, voor hen moeten we een aantrekkelijke en waardevolle universiteit zijn.’