Je werkt sinds 2017 voor de universiteit. Waar deed je daarvoor?
‘Ik werkte voor Wegener Media, dus vooral voor dagbladen. In het begin werkte ik vooral in de financiële en personele hoek en distributie, daarna deed ik jarenlang redactiesystemen, zodat journalisten goed konden werken. Ook hield ik me bezig met de overgang van broadsheet naar tabloidformaat van de krant. Toen Wegener overging in Persgroep Nederland moest ik veel meer kilometers maken en met een jong gezin werd dat mij op een gegeven moment te veel.’
Waarom wilde je voor de UT werken?
‘Een oud-collega werkte inmiddels voor de universiteit en wees mij op een vacature van projectmanager. Ik was hartstikke druk met mijn baan en bouwde tegelijkertijd een huis, dus ik paste. Toen de positie een jaar later weer vacant was, besloot ik te solliciteren. De sfeer en het saamhorigheidsgevoel op de campus spraken mij aan. De besluitvorming is bovendien groot op de universiteit en dat was ik gewend bij Wegener.’
Waaruit bestaat je werk zoal?
‘Als projectmanager stuur ik IT-projecten aan. Ik vertaal een project naar een plan, met een tijdspad, budget, afhankelijkheden, realisatie, implementatie en ondersteuning. Mijn eerste project op de UT was gelijk een heel grote: de overstap van Blackboard naar Canvas als digitale leeromgeving. Ik herkende meteen de discussie waar ik al voor gewaarschuwd was: net als journalisten hebben mensen in het onderwijs sterke persoonlijkheden. Die zijn specialist in wat ze doen, hebben een duidelijke mening en projecteren dat vaak op IT-veranderingen. Ik kan daar goed mee omgaan en snap de bezorgdheid als je iets komt veranderen.
Sinds vorig jaar ben ik naast projectmanager ook teamleider van de afdeling Project Management & Consultancy, een team van tien mensen. Aansturen is een groot woord, maar ik coördineer en zet de lijnen uit. De afdeling was groter, maar het afgelopen jaar namen we afscheid van veel ingehuurde krachten, omdat we de uitgaven zagen oplopen en verwachtten dat budgetten minder zouden worden. Dat komt in de huidige tijd van bezuinigingen goed uit.’
Wat doe je graag naast je werk?
‘Ik ben veel buiten in de natuur en woon aan de rand van een woonwijk in Deventer. Ook pak ik vaak de mountainbike. Daarnaast loop ik af en toe hard. Een andere hobby van mij is dat ik me graag bezighoud met op afstand bestuurbare auto’s. Zowel het klussen aan de auto’s als het racen. Ik heb verschillende modellen en wil er nog een aanschaffen waarmee ik op het circuit kan racen. Die auto’s halen een snelheid van zeventig tot negentig kilometer per uur.’
Verliefd, verloofd, getrouwd?
‘Ik ben sinds 2009 getrouwd. Ik ken mijn vrouw al sinds 2000. We hebben twee dochters, één van elf en een van dertien. We zitten nu in de fase van de musicals en daarna kunnen we fase basisschool afvinken. De laatste jaren stonden behoorlijk in het teken van het ondersteunen van de kinderen, zeker in de coronaperiode. De agenda’s puilen regelmatig behoorlijk uit, maar ik merk dat er nu wat meer ruimte ontstaat voor andere dingen, dat is wel lekker. Als gezin kamperen we graag met onze tourcaravan.’
Wat is het laatste boek dat je las?
Na lang nadenken: ‘Ik denk een boek van Thijs Homan over organisatiedynamica. Een vakinhoudelijk boek, dat vind ik leuk om te lezen voor mijn werk. Ik ben geen roman- of thrillerlezer. Ik kijk liever een film of serie. Dat kan van alles zijn, fantasy of science-fiction. Ik keek Vikings, Lord of the Rings en de Marvelreeks van A tot Z. Nu kijk ik de serie Sons of Anarchy. Het hoeft van mij niet te realistisch, in mijn dagelijkse werk ben ik al serieus genoeg.’
Wat is je favoriete plek op de campus?
‘Ik werk vooral in gebouw Spiegel en dat vind ik eigenlijk best jammer. Voor de implementatie van Canvas werkte ik anderhalf jaar in Citadel en dat vond ik een veel mooier plekje op de campus. Daar was meer reuring, ik kreeg veel meer mee en je zag studenten en evenementen vanuit het raam. Dat krijg ik in de Spiegel allemaal niet mee.’
Stel jij bent vanaf morgen collegevoorzitter van de UT. Wat zou je veranderen?
‘Ik zit in de IT-hoek en werk aan vernieuwing. Als universiteit hebben we grote ambities en we willen veel. Dat past bij ons ondernemende karakter en dat is ook goed, maar wat ik zou doen is goed kijken of dat wel strookt met het beleid voor onze technische ondersteuning. Kunnen we onze ambities wel waarmaken met de huidige technische ondersteuning? Naar mijn idee kan onze technische ondersteuning een extra boost gebruiken. Daar zou ik mij op richten.’