Maar laat ik bij het begin beginnen:
Ik leerde AFS kennen in het schooljaar 1984-1985 toen de Zweedse Cajsa bij mij in de klas zat en wonderbaarlijk snel Nederlands leerde. Ik had wel over uitwisselingen gehoord, had ook een neef die naar Amerika ging, maar via Cajsa kwam ik er achter dat er heel veel landen mee deden én dat er ook heel veel buitenlandse scholieren een jaar in Nederland zaten. Veel van die scholieren heb ik ook leren kennen tijdens de zogenaamde vijfdaagse, waarin de hele groep voor een paar dagen naar Utrecht kwam en via mijn school gastgezinnen gezocht werden. Ik kreeg toen een kleine week Maria Lorena uit Ecuador en Kimberly Krozek uit de Verenigde Staten over de vloer, met die laatste heb ik nog steeds contact!
En ja, toen was ik dus met het AFS-virus besmet; wist ik zeker dat ik ook een jaar weg wilde, het liefst naar een ver, Spaanstalig land. En dat lukte!
In augustus 1987 stapte ik met nog twee Nederlandse scholieren in het vliegtuig naar Ecuador en begon aan mijn uitwisselavontuur. Een jaar waarvoor ik nog steeds heel dankbaar ben. Een jaar waarin ik Spaans heb geleerd, het land heb leren kennen, van mijn gastfamilie ben gaan houden en overzeese vriendschappen voor het leven heb gesloten.
En zo kwam het dat deze zomer Carolyn uit de VS bij ons in Enschede in het bed van mijn negentienjarige zoon sliep, terwijl hij op het huis en de hond van Ingrid in Noorwegen paste, terwijl zij met haar gezin door Ecuador reisde en ook een bezoekje bracht aan mijn gastzus Paulina!
Meer over het #AFSeffect lees je op de website van AFS Nederland.