Op 1 februari opent de nieuwe voorzitter van het college van bestuur (CvB), professor Vanessa Magnanimo, het academische jaar 2035. Onze eerste vrouwelijke voorzitter. Het liet lang op zich wachten. Gelukkig is inmiddels maar liefst 29% van de UT-hoogleraren vrouw. Toegegeven, we hadden nu al op ongeveer 40% moeten zitten, waar wie het grote niet eert enzovoort... Studenten, hebben jullie kunnen ontspannen tijdens de onderwijsvrije maanden? Collega’s, hebben jullie fijn onderzoek kunnen doen?
De jongeren onder ons hebben nooit iets anders gekend, maar de mensen die nu 28 jaar of ouder zijn, zijn nog van vóór de Grote Omslag. Zij maakten mee dat je in de zomer 8 weken vakantie had en daarna van deadline naar deadline holden, van september tot aan juli het daarop volgende jaar. Vandaag reflecteer ik op tien jaar Nieuw Academisch Jaar.
In 2025 werd het Nieuw Academisch Jaar (NAJ) geïntroduceerd. Achteraf weten we dat het kabinet Rutte IV, dat in 2022 aantrad, meteen al begon met de plannen voor het NAJ. De coronapandemie, toen nog bij gebrek aan andere virussen gewoon De Pandemie genoemd, zorgde keer op keer voor lockdowns in het hoger onderwijs in de winter. Naar verluidt had nieuwbakken minister Robbert Dijkgraaf als eerste de visie dat dit het scenario moest zijn voor de komende jaren. Vol elan deed hij zijn plannen uit de doeken in een theatercollege van Het Kabinet Draait Door (HKDD), gepresenteerd door Matthijs van Nieuwkerk, in het voorjaar van 2022.
Het idee was heel simpel. In de lente, zomer en begin van de herfst is er minder kans op besmettingen en quarantaines en kunnen studenten en docenten dus veel makkelijker naar de universiteit blijven komen. In de winter is het onpraktisch om fysiek onderwijs te geven, dus laten we daarvan afstappen. Go with the seasonal flow and flu. Dijkgraaf stelde voor dat we het academische jaar in het vervolg zouden beginnen in februari. Onderwijs moest in drie blokken van tien weken worden gegeven tussen februari en september. Tijdens het winterreces konden studenten dan bijverdienen bij de GGD of een maatschappelijke stage doen in de zorg.
Docenten omarmden dit idee onmiddellijk, ook omdat het academische jaar dan korter werd en er minder tentamens zouden zijn, een voordeel eerder al genoemd door De Jonge Academie. Een duidelijkere afbakening van rust- en knalmomenten was goed voor studenten en wetenschappers. Work hard, play hard. Toch kwamen de plannen in de ijskast terecht.
Rutte IV viel in de winter van 2023 namelijk al. Met kerst 2022 werd de gaskraan in Groningen namelijk ondanks plechtige beloftes opnieuw opengedraaid. Toen op 19 januari 2023 een aardbeving 112 huizen deed instorten en nog geen week later het gehele dorp Hardenberg in een zinkgat verdween na afvalwaterinjecties door de NAM, kwam alles en iedereen aan de oostelijke kant van de IJssel in opstand. Rutte zei nog: ‘Dit glijdt van mij af’, maar dat deed het niet en al snel was het kabinet demissionair. Ditmaal echt.
Het kabinet Westerveld I zette hierna vaart achter de omvorming van het academisch stelsel. Habtamu de Hoop, de jongste minister van Onderwijs ooit, wist het voor elkaar te krijgen dat al op 1 februari 2025 alle Nederlandse onderwijsinstellingen hun eerste nieuwe jaar draaiden. Het hielp natuurlijk dat het vliegverkeer in 2024 wereldwijd werd beperkt vanwege de acceleratie van de klimaatcrisis en verre reizen in de zomer niet meer mogelijk waren.
Onze huidige studenten kunnen zich denk ik nauwelijks voorstellen hoe het is om online onderwijs op een ijskoude studentenkamer te moeten volgen. De verhalen van studenten uit 2020-2025, de coronageneratie, worden nauwelijks nog in de media verteld.
U-Today en andere media hebben trouwens later wel eens bericht dat ik het idee voor het Nieuw Academisch Jaar had toegefluisterd aan Dennis Wiersma toen hij in 2020 jurylid was bij de eindpresentaties van mijn vak Living and Working Tomorrow en dat hij het later, toen hij minister primair en voortgezet onderwijs werd, weer doorfluisterde aan Robbert Dijkgraaf. Maar de credits voor het briljante plan heb ik – bescheiden als ik ben – natuurlijk nooit willen nemen.