Het begon allemaal met die ene student die in de evaluatie van mijn vak schreef dat ik ontslagen moest worden vanwege onprofessioneel gedrag. Furieus begon ik aan een repliek. Ik zou het hem of haar in een column wel eens even zeggen. Na een week nadenken kwam ik op andere gedachten. Eerst maar even de kritiek en mijn furieuze repliek. Daarna de bezinning.
Kritiekpunt nummer 1. ‘Ontsla Femke Nijboer, want ze was erg onprofessioneel. Ze nam haar kinderen mee naar college en presentaties.’ Klopt, ik nam ze twee keer mee. Er was (is) een pandemie. Hele basisschoolklassen waren in quarantaine begin februari. In plaats van verlof te vragen, vond ik jouw onderwijs belangrijk en ging door met lesgeven. Dus nam ik ze mee. Op een later moment waren de kinderen vrij van school vanwege Witte Donderdag, maar moest ik wel lesgeven. Als moeder in de wetenschap neem ik ze dan mee. Ik kan niet altijd oppas vinden. Bovendien vind ik het goed als mijn kinderen zien dat hun moeder goed is in haar werk en met plezier werkt.
De kritiek van deze student vond ik op zijn minst niet empathisch maar misschien ook wel seksistisch of misogeen. Vrouwelijke docenten krijgen structureel lagere beoordelingen van studenten dan mannelijke docenten, wat mogelijk vrouwen in het wetenschappelijk onderwijs benadeeld (Wagner et al, 2016). Soit. Prima. Ik ken m’n waarde.
Maar, man man man. Toch heb ik zin die student dit te zeggen: Wat wil je nou eigenlijk? Alleen les van single, kinderloze mannen? Er zijn al zo weinig vrouwen op topposities in de wetenschap. Jaag ons niet weg met je dedain. Weet hoe schraal het dan wordt. Weet dat je dan middelmatige mannen voor de klas krijgt, terwijl je goede vrouwen had kunnen hebben. Weet hoe belangrijk het is voor dochters en zonen om een werkende moeders als rolmodel te hebben getuige een studie met meer dan 100.000 mannen en vrouwen in 29 landen (McGinn et al, 2018). Dochters van werkende moeders komen later beter terecht qua werk en zonen doen later meer in het huishouden en zijn niet vies van zorgtaken. Voilà, een fijnere samenleving.
Kritiekpunt nummer 2. ‘Ze vroeg of we door wilden met het vak omdat we een foutje maakten met een opdracht.’ Klopt. De opdracht was te laat én verkeerd ingeleverd. In plaats van je een onvoldoende te geven - wat ik hád kunnen doen - ademde ik diep door en besloot wijselijk jullie op je verantwoordelijkheid aan te spreken Wat wíllen jullie? Dit vak serieus volgen? Het hoeft van mij namelijk niet. Wil je een onvoldoende of opdrachten correct inleveren? Nadat ze zenuwachtig stamelden door te willen met het vak, liet ik hen een planning maken hoe ze hun taken wel op tijd konden afronden. Dat, dames en heren, is het soort onderwijs dat niet gemeten en gewaardeerd wordt maar wel nodig is! Potverdrie.
Furieus was ik dus, maar na een week nadenken en sparren met een jonge collega die nog half student is, kwam ik op andere gedachten. Het eigenlijke probleem is het SEQ systeem van de Universiteit Twente. De volledige automatisering, standaardisering en - ik zeg het maar gewoon – de ontmenselijking van evaluaties van onderwijs.
Notoir onder studenten én docenten zijn deze Student Experience Questionnaires (SEQs). Ik praat je even door deze bizarre praktijk heen voor het geval je er niet mee bekend bent. In de laatste week van je vak krijg je een geautomatiseerde (?) e-mail van het QUEST team. Of er een mens achter die e-mail zit, is mij niet duidelijk. Tegelijkertijd krijgen studenten een gestandaardiseerde, maar retesaaie vragenlijst om hen te vragen naar hun ervaring met de module. Ze moeten dat invullen in hun eigen tijd tijdens een drukke tentamenweek. Pre-corona was de response rate al laag, maar post-corona merken we dat de vragenlijst slechts door ongeveer 5% van de studenten wordt ingevuld. Als de response rate laag is, krijg je als module coördinator nog een geautomatiseerde e-mail van het QUEST systeem of je een oproep wilt doen op Canvas. Dat doe je natuurlijk niet, want je wilt het je studenten niet eens aandoen.
Kortom het werkt niet. Studenten doen zo hun zegje niet. Docenten nemen het niet serieus of cherrypicken er wat leuke cijfers uit of mopperen op die ene negatieve student.
Hoe dan anders? Afgelopen module probeerde ik een innovatieve evaluatiemethode uit. Halverwege de module liet ik studenten tijdens mijn les een vragenlijstje invullen met hun telefoon (interactieve quiz met open vragen, inloggen door een QR code te scannen), zodat ze anoniem hun zegje konden doen. In mijn tijd. Niet hun privétijd. Vervolgens nam ik thuis aandachtig alle opmerkingen door en een week later presenteerde ik hen de resultaten en vroeg hen – mondeling – de uitkomsten te verifiëren of aan te vullen. Meer dan een uur lang praatten we heen en weer over de module en de verschillende vakken. Menselijkheid. Revolutionair!