Wazig was mijn hoofd gisteren na een tweedaagse conferentie over de toekomst en de implicaties van technologie. Brave New World is hét evenement van het jaar voor mij. De organisatie presteert het elke keer weer sprekers uit te nodigen die ik zelf nooit was tegen gekomen, maar die wel op mijn pad moesten komen. Voeding voor mijn hersenen. Duizendmiljoen ideeën voor het onderwijs. Zoveel stof dat het niet snel genoeg neerdaalde om er een heldere column over te schijven.
Waarover dan wel schrijven? Gelukkig stond gistermiddag de discussie over werkdruk op de UT gepland in het Vrijhof. Het event werd georganiseerd door U-Today en Studium Generale. Er sprak een medewerker, iemand van college van bestuur en iemand van HR. Logisch dat Wiendelt Steenbergen was uitgenodigd als medewerker. Hij maakt ten minste flink lawaai over werkdruk en oppert goede oplossingen. ‘Columnist, eat your heart out’, sprak ik mezelf toe. Daar wordt vast iets gezegd waar je over kan schrijven.
Na een uurtje luisteren dacht ik echter: ‘Wat kan-k d’r eens van zeggen? Weinig discussie gehoord’. Misschien was ik nog wazig van de conferentie en hoorde ik niet goed? Awkward dilemma. Ik ben gespot op het event. Als ik niet over het event schrijf, komt het misschien ongeïnteresseerd over. Als ik wel over de discussie schrijf, moet ik op eieren lopen, want ik wil niemand voor het hoofd stoten… echt niet, maar guttegut wat was het…. Ja, wat was het nou eigenlijk?
Eerst maar droge cijfers en info over het publiek. Ik telde 48 mensen waarvan drie studenten. Oprecht verbaasd dat er studenten waren, kregen ze applaus voor aanwezigheid. Ik vroeg aan een van hen waarom hij was gekomen. Bleek een vergissing. ‘Ik dacht dat het ook over werkdruk van studenten zou gaan en over studentenwelzijn’, zei hij, ‘maar ik blijf toch maar. Ik vind het wel interessant en ik herken het probleem. Mijn tutor heeft soms maar vijf minuten voor me.’ Ik schat dat meer dan de helft van het publiek uit redelijk hoge piefen bestond. Hogere piefen dan ik ben in ieder geval. Het leken vooral leidinggevenden op faculteiten en HR mensen. ‘Ud’s en uhd’s zoals ik zullen wel te druk zijn om te komen’, dacht ik, maar zo cynisch wilde ik niet zijn.
‘Kom, ouwe brompot, eerst maar eens goed luisteren wat er gezegd wordt. Misschien worden hier wel spijkers met koppen geslagen!’
Nou, werkdruk was heel vervelend voor medewerkers. Werkdruk had natuurlijk effect op het welzijn van medewerkers. Dat welzijn werd dan ook heel goed gemonitord. Ze deden regelmatig surveys. En ook werd het aanbod voor de medewerkers echt afgestemd op de wensen van de medewerkers zelf. Werkdruk stond hoog op de agenda. Er moest over worden gepraat. Er werd over gepraat! Ook leidinggevenden werd tegenwoordig expliciet gevraagd het goede voorbeeld te geven. Nee zeggen moest ook mogen. Erkennen en waarderen ging ook een boel oplossen. Teams en zo. ‘Mag dat wat sneller?’, piepte ik inwendig ik, ‘Ik ga kopje onder. Ik wil Shaping 2022.’
Er bleef niet veel tijd voor vragen. We gingen helaas ook niet in op de toch zeer concrete voorstellen waarmee Wiendelt de sessie had afgetrapt. Low hanging fruit had hij ze genoemd, maar geplukt werden z’n ideeën gisteren niet in elk geval. Iemand vanachter uit de zaal durfde ineens nog te opperen dat misschien niet werkdruk het probleem was, maar werklast. Moest niet de capaciteit structureel omhoog? Meer mensen aannemen voor de enorme berg geld die we hebben gekregen? De man die het vroeg, nam de tijd voor zijn betoog en benoemde daarmee de elephant in the room. ‘Haha, je hebt je punt gemaakt’, kreeg hij te horen.
Leidinggevenden in de zaal vertelden ook hoe ze persoonlijk met werkdruk omgingen en of ze thuis wel eens werkten. Nee, ze probeerden geen e-mails in het weekend te schrijven, maar hihi dat was soms wel eens moeilijk en, ach: ‘it comes with the job’.