Ineens beseffen dat je met pensioen moet. Dat overkwam ET-hoogleraar wrijvingskunde, Dik Schipper. ‘Eerder was de pensioenleeftijd op 67 jaar en drie maanden gezet. Blijkbaar had minister Koolmees dat ineens gewijzigd naar 66 jaar en vier maanden. Ja, het is zover’, constateert Schipper nuchter. En grapt direct: ‘Ik heb de geraniums al gekocht.’
Het is niet dat hij ermee wil stoppen, haast hij zich te zeggen. ‘Maar ik hou er niet van om anderen in de weg te lopen. Ik zal me vast nog vaak genoeg laten zien op de campus, maar ik wil niet zo’n emeritus hoogleraar zijn die jarenlang blijft rondhangen bij zijn vakgroep. Nee, ik wil plaatsmaken voor de jongere garde. Je moet weten wanneer het tijd is om te vertrekken.’
Eenmanspartij
Zo stond hij ook al zijn zetel af in de universiteitsraad. Of het nou bovenin de Horsttoren was of digitaal, de ET-hoogleraar ging de afgelopen drie jaar vanuit zijn eenmanspartij – Lijst ET – de discussie aan. ‘Ik ben niet iemand die graag in allerlei vergaderingen zit, maar ik wilde twee punten op de agenda zetten: de werkbelasting en de verdeling van financiën.’
Over dat eerste punt: ‘Je hebt werkdruk die van buitenaf wordt opgelegd. Neem bijvoorbeeld de administratieve rompslomp die we moeten doen op het gebied van integriteit omdat enkelen fraudeerden. Daar ontkom je niet aan, maar ik vind er wel wat van.’
Het typeert Schipper, die zijn mening niet onder stoel of bank steekt. Neem internationalisering, ook zo’n onderwerp waarover hij zich fel uitlaat. ‘Hier in Nederland is het systeem simpel: vanuit de havo stroom je door naar het hbo, vanuit het vwo kom je op de universiteit terecht. Buiten Nederland – al helemaal buiten Europa – kennen ze dit niet en doet iedereen “gymnasium”. Ze moeten een toelatingsexamen doen voor de universiteit. Studenten die sneuvelen, belanden vaak bij ons in de collegezaal. Terwijl ze eigenlijk op het hbo thuishoren!’
'Er kleeft aan te veel discussies een taboe, omdat de politieke correctheid te ver wordt doorgevoerd'
De manier waarop de UT internationaliseert, dringt helemaal door tot in de collegezaal, de ondersteuning en de administratieve last, zegt Schipper. ‘En dat gaat allemaal ten koste van de kwaliteit van ons product, de ingenieur. Voor de internationale student eindigt het ook in een deceptie. Er is destijds niet goed over nagedacht en er wordt met alle hens aan dek getracht het geheel rond te breien. Verder zit het mkb, waar veel van onze ingenieurs naartoe gaan, niet op Engelssprekende ingenieurs te wachten.’
‘Er kleeft aan te veel discussies een taboe’
Meermaals poogde Schipper om de olifant in de kamer te benoemen, vertelt hij. ‘Ik wil graag een discussie voeren over de inhoud. Niet alleen over het proces, procedures en protocollen. Of het nou over TOM gaat, internationalisering, coöptatie, Shaping2030... Ik wil het niet alleen hebben over wat zo goed is, maar ook wat fout is en hoe wat dat kunnen verbeteren. Maar dat ligt ongelooflijk gevoelig, kwam ik achter. Ik merkte al snel dat de respect- of zelfs de racismekaart getrokken werd. Dat slaat iedere discussie plat, dan impliceer je dat de ene geen respect toont en de ander zogenaamd integer is. Er is me zelfs eens gevraagd of ik een PVV’er was, dan ga je echt ver! Er kleeft aan te veel discussies een taboe, omdat de politieke correctheid te ver wordt doorgevoerd.’
'Het lukte ons als raad te weinig om het CvB met huiswerk terug te sturen'
Ga de inhoudelijke discussie niet uit de weg, hoe gevoelig het onderwerp ook is. Die boodschap gaf hij mee bij zijn laatste universiteitsraadsvergadering. Hij toont zich ook kritisch richting de raad zelf, zeker als het gaat om het tweede punt waarom hij ooit voor een zetel streed: de verdeling van financiën. ‘De verdeling van de gelden naar de faculteiten is erg oneerlijk, zowel op het gebied van onderwijs als onderzoek. De instituutsgelden vloeien hoofdzakelijk nog steeds onterecht naar bepaalde faculteiten terwijl de instituten – net als destijds IMPACT – zijn opgeheven en platforms zijn geworden.’
Archiefbeeld: Dik Schipper bij een vergadering van de Uraad.
‘Het lukte ons als raad te weinig om het CvB met huiswerk terug te sturen’, vervolgt Schipper. ‘Vlak voor de stemronde over Shaping2030 waren we het er collectief over eens dat we dat wél zouden doen. Maar je zag de boel draaien tijdens de vergadering en namen genoegen met mooie woorden. Ik kijk liever naar hoe mensen handelen. Dat zegt meer dan wat ze zeggen. Zeker als we het over Shaping2030 hebben, dan zie ik nog steeds een diepe kloof tussen Shaping en de technische faculteiten. Ik had graag inhoudelijk besproken hoe we die brug slaan.’
'De fout die ingenieurs maken, is dat ze vergeten mee te doen aan het politieke spelletje'
Bezieling
Schipper toont zich niet alleen kritisch, maar ook complimenteus. ‘Als ik de bezieling zie van mensen in de raad, hoe iedereen zich inzet, de inzet van de griffie en ondersteuning. Ik vond het prachtig om dat mee te maken de afgelopen drie jaar. Je moet nooit in de raad gaan met de verwachting dat je een enorm verschil kan maken, je hebt immers vooral een controlerende functie. Maar je kunt altijd iets in de juiste richting duwen. Voor zowel het CvB als de Uraad geldt dat je vanuit je eigen rol de UT naar een hoger niveau dient te tillen.’
Wel plaatst hij nog een kanttekening bij de samenstelling van de raad. ‘Ik begrijp niet zo goed waarom er evenveel studenten als medewerkers in de universiteitsraad zitten. Ze zijn ontzettend actief, maar hebben amper verstand van onderwijs en onderzoek en stemmen daar wel over. Zo is destijds het Twents Onderwijs Model erdoor gekomen, met als gevolg kwalitatief minder goed opgeleide ingenieurs.’
Schipper hoopt dat er meer mensen vanuit de technische opleidingen hun weg weten te vinden naar de Uraad. Zeker met oog op de aankomende discussie over de interne verdeling van financiering op de UT, die hij als raadslid-af niet meer meemaakt. ‘De fout die ingenieurs maken, is dat ze ontzettend hard werken en vervolgens vergeten mee te doen aan het politieke spelletje. Ze lossen liever bij wijze van spreken een differentiaalvergelijking op, dan dat ze zich daarmee bemoeien. Maar zit je niet bij het vuur, dan krijg je het ook niet warm.’
Rijkdom
Schipper mocht zichzelf in 1983 afgestudeerd UT-ingenieur noemen. Hij promoveerde vervolgens ook op de UT, maakte een uitstapje naar de TU Delft en TNO, maar kwam vervolgens weer terug naar Twente. En hij ging nooit meer weg. ‘Ik heb het altijd ontzettend fijn gehad hier. Met jonge, gemotiveerde mensen samenwerken, dat is prachtig. Voor het geld hoef je niet aan een universiteit te werken, maar dit is een ander – beter – soort rijkdom. Ook al werd het gedurende de jaren administratief strakker, de vrijheid bleef. Vooral op het gebied van onderzoek, het lukte altijd wel om potjes los te peuteren voor een nieuw project.’
'Het vakgebied is ontzettend levensvatbaar, de uitdagingen liggen voor het oprapen'
Dat heeft vooral te maken met de brede toepasbaarheid van zijn fundamentele onderzoek, oppervlaktetechniek en wrijvingsleer – ook wel tribologie genoemd. ‘Tegenwoordig zijn er allerlei softwarepakketten waarmee mensen de mooiste dingen ontwerpen en doorrekenen. Maar wat gebeurt er als je twee onderdelen met elkaar in contact brengt? Dat maakt het even lastig als spannend.’
Muziek
Hij schudt de voorbeelden uit zijn mouw. ‘Tribologie is overal om ons heen. Van doorligverschijnselen bij patiënten die lang in dezelfde houding liggen, tot aan slijtage aan onderdelen op gigantische baggerschepen. Of neem bijvoorbeeld de energietransitie. Wrijving en slijtage is energieverlies. Er valt nog een wereld te winnen om wrijving te verminderen, in onderhoud, transport, noem maar op.’ Schipper startte ooit met drie anderen aan het vakgebied op de UT. Nu zijn er vijf leerstoelen. ‘Het vakgebied is ontzettend levensvatbaar, de uitdagingen liggen voor het oprapen. Ja, er zit veel muziek in.’
Het zal aan een ander zijn om de instrumenten op te pakken. Dik Schipper gaat met emeritaat, maar wil niet stilzitten. ‘Mogelijk wordt het wat in de consultancy, vanwege de contacten die ik met het bedrijfsleven heb opgebouwd.’ Tot besluit, met een brede glimlach: ‘Als ik helemaal stop, dan vindt mijn vrouw wel klusjes voor mij. Dan hou ik toch liever de vrijheid om zelf te kiezen wat ik wil, dan dat me wat opgedragen wordt.’