Als je een atleet al hoort vertellen over een wintersport, dan gaat het vaak om iemand op schaatsen, ski’s of een snowboard. UT-student Gidon Bante geeft inmiddels enkele jaren de voorkeur aan skeleton, een Olympische sport die verwant is aan bobsleeën en rodelen. Het verschil? De sporter glijdt op de buik liggend, met het hoofd vooruit, op een slee naar beneden. Met topsnelheden van 130 kilometer per uur. Ga er maar aan staan – of liggen.
Gezonde spanning
Hoe de student met skeleton in aanraking kwam? ‘Dat berust eigenlijk puur op toeval. Ik heb pas op latere leeftijd – enkele jaren geleden – kennisgemaakt met skeleton. Ik werkte bij een marketingbureau, waar we met een paar collega’s onbekende sporten wilden ontdekken. We deden voor de lol eens mee aan een fysieke try-out voor bobsleeën van de Nederlandse bond. Ik eindigde plots derde, terwijl ook professionals meededen. Niet veel later benaderde de bond mij, of de sport niet iets voor mij was. Uiteindelijk is het skeleton geworden.’
Hoewel skeleton voor veel mensen onbekend terrein is, zenden televisiezenders de sport regelmatig uit. Vooral in de eerste maanden van het jaar is op Eurosport regelmatig te zien hoe atleten vol overgave naar beneden sprinten en glijden. Zeker voor buitenstaanders een spannend schouwspel, ook omdat zo’n poging regelmatig mislukt. ‘De eerste keer ervoer ik pure angst én een enorme adrenalinekick. Nu ga ik met gezonde spanning naar beneden. De topsnelheden zijn enorm en je enige bescherming is een helm. Je zit nergens aan vast. De kunst is om als je van de slee dreigt te vallen, dat je je lichaam niet aanspant. Dan stuiter je van de slee. Je moet je lichaam juist ontspannen houden.’
Historische medaille
De historische bronzen medaille van Kimberley Bos op de Winterspelen van 2022 heeft de sport volgens Bante veel goeds gedaan. Financieel is er meer ruimte en een mannenselectie – inclusief Bante – doet mee aan Europese toernooien. Het doel is om de stap naar het wereldtournee te maken. ‘De bond hoopt dat er tijdens de Spelen van 2026 in Milaan ook een man deelneemt op het onderdeel skeleton. Ik droom natuurlijk van die plek.’
Dat Bante die ambitie vooral als droom ziet, komt door de lastige trainingsomstandigheden. Nederland beschikt namelijk niet over een baan. ‘Duitse atleten kunnen de hele dag trainen op de baan. Ik train bijna alleen maar op kracht en sprint, en dan met name korte sprints van dertig meter, zodat ik het verschil in de beginfase kan maken. Er zijn wel plannen voor de aanleg van een startbaan in Nederland.’
(Tekst gaat verder onder de foto.)
De droom van Bante valt paradoxaal genoeg samen met een nachtmerrie die Thomas Bach, voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), eind vorig jaar uitsprak. Door klimaatverandering verdwijnt veel wintersportgebied, wat steeds minder gebieden geschikt maakt voor de Winterspelen. ‘Ik deel zijn zorgen om het klimaat. De verschillen heb ik zelf nog niet zo gezien, maar van andere sporters hoor ik dat ergens vaak drie tot vijf meter sneeuw lag en nu nog geen tien centimeter. Hopelijk zijn we als mensen en wetenschappers in staat om daar wat aan te doen.'
Flexibiliteit nodig
Bante heeft zijn studie zo goed als afgerond, maar hoopt dat hij als promovendus aan de UT verbonden blijft. Dat suggereert dat de combinatie tussen studie en sport de voorbije jaren goed beviel. ‘Soms was het best pittig, zeker in het winterseizoen. Het blijft zoeken en ik heb flexibiliteit nodig. Regelmatig ben ik weken weg. Grappig genoeg geven vooral professoren met Amerikaanse ervaring aan dat de combinatie gewoon moet kunnen. Zij weten hoe het er op Amerikaanse universiteiten aan toegaat.’