Het nieuwjaarsontbijt: een traditioneel moment van weerzien, frisse moed, belegde broodjes, het nodige sociale ongemak en een sporadische speech. Daar was vandaag geen sprake van; het evenement ging niet door vanwege de bezuinigingsopgave van de UT. Niet dat een begrotingsgat te dichten is door geen krentenwegge en koffie te serveren, het is eerder een vorm van symbolische soberheid.
Klaarblijkelijk moet de UT’er tussen de oren krijgen dat er sprake is van een serieuze financiële opgave. Zoals collegevoorzitter Vinod Subramaniam verwoordde in het interview vlak voor de kerstdagen: ‘Ik zie geen hakken in het zand, maar ik zie wel dat de mate van het besef over de urgentie varieert. Bij het hoger management is die urgentie nu duidelijk, maar of het overal op de werkvloer geland is, dat denk ik niet.’
Dat er sprake is van dissonantie over de bezuinigingen, is niet gek. Debet aan die dissonantie is de wijze waarop de UT-gemeenschap meegenomen is in die bezuinigingsopgave. De afgelopen jaren was – met goede redenen – ‘investeren en assertiever begroten’ het narratief en lag er ook voor 2023 een ambitieuze begroting op tafel. Maar het anticiperen op en communiceren over majeure veranderingen in 2023 verdient geen schoonheidsprijs.
Zeker voor de minder inhoudelijk ingevoerde UT’er ging het abrupt van ‘we moeten scherpere keuzes maken’ naar een uitgelekte urgentiemail met een verkapte vacaturestop. Treffend was dan ook de constatering van universiteitsraadsvoorzitter Herbert Wormeester tijdens de vergadering van afgelopen december: ‘Soms ben ik bezorgd over het gebrek aan urgentie, andere momenten ben ik verrast door de paniek.’
De universiteitsraad hamerde de afgelopen tijd te pas en te onpas over het belang van bezuinigingscommunicatie. Die communicatie is wel degelijk aanwezig, getuige berichten als ‘Gezamenlijk sturen op het behoud van een gezond financieel perspectief’, ‘Spring Memorandum: Universiteit Twente wacht financiële uitdagingen’ en ‘Maatregelen en gezamenlijke inspanningen om de financiële gezondheid van de UT te behouden’. Meest recente toevoeging is een overzichtspagina getiteld ‘Towards financial resilience’. Doorspekt van urgentie is die communicatie niet, laat staan dat de maatregelen dusdanig concreet zijn geformuleerd dat het voor iedereen helder is wat de gevolgen van de bezuiniging zijn.
Logisch ook dat er in de organisatie zorgen zijn over de totstandkoming, uitvoerbaarheid, de impact op het primaire proces en het ontbreken van een langetermijnvisie. Bij zulke weerstand valt te verwachten dat faculteiten en diensten naar elkaar gaan kijken: ik ga pas pijnlijke keuzes maken, als jij dat ook gaat doen.
Wat zou helpen, in wat toch wel degelijk een gezamenlijke opgave is, is het laten doordringen van die urgentie. Door duidelijker kenbaar te maken dat er geen reden is voor paniek, maar dat de maatregelen wel degelijk pijn gaan doen. Dat de één harder wordt getroffen dan de ander, hoe oneerlijk dat ook is. Kortom: een oprecht verhaal, gekoppeld aan transparante, navolgbare en controleerbare besluitvorming. Want als een pijnlijke keuze wordt gemaakt, heeft eenieder het recht te snappen waarom.
Uiteindelijk is een complexe organisatie als de UT namelijk niet veel anders dan een mens. Zelden maakt die de meest wijze beslissingen uit paniek en weerstand. Des te vaker gebeurt dat uit kalmte en focus.
We wensen deze organisatie veel wijsheid toe dit jaar.