Op de parkeerplaats voor IJsbaan Twente waait het donderdag aan het eind van de middag hard. Wie denkt achter de entreedeuren van het ovale gebouw meer warmte te vinden, komt bedrogen uit. Gelukkig zijn de kleine honderd leden van de Skeuvel daar op voorbereid. Studenten die langs de kant van de baan staan dragen warme kleding, inclusief feloranje muts van een Nederlands soep- en knakworstenmerk. De leden op de baan houden zich warm door in een rap tempo vele rondjes af te leggen.
De snelste leden dragen geen mutsen of hesjes en bewegen daarom zo aerodynamisch mogelijk in roodblauwe pakken. De binnenste baan is hun domein. Hoe verder we naar de buitenkant van de baan kijken, hoe meer gekleurde hesjes we aantreffen. Daar oefenen leden het ‘pootje over’ in de bocht. ‘Dat zijn leden die minder goed zijn, of niet zo veel schaatservaring hebben. Aan de buitenkant van de baan zie je meerdere trainers, die uitleg over schaatstechniek geven. Soms, zoals afgelopen maandag, is het heel druk. Dan schaatsen er meer dan honderd leden, maar omdat iedereen weet wat hij of zij moet doen is het altijd lekker schaatsen hier.’
Oranje muts
Het is Bram van Wee die vanonder zijn oranje muts spreekt. Hij is bestuurslid van het 56e bestuur van de Skeuvel. ‘Kraakt maar breekt niet’, zo luidt de naam van dit bestuur. Van Wee, student werktuigbouwkunde, is het levende bewijs dat bestuursleden van een vereniging niet altijd uitblinken in de sport. ‘Ik schaats pas sinds het begin van mijn studie in Twente, dus ben niet zo goed als de leden die je nu in de treintjes ziet aan de binnenkant van de baan, maar dat hoeft bij ons ook niet’, verzekert hij.
Het enorme ledenaantal van de Skeuvel, opgericht in 1966, steunt zijn bewering. Want met ruim 240 leden is er ook geen plaats voor alleen maar schaatstoppers. De vereniging heeft zelfs meer commissies dan dat kleine UT-verenigingen aan leden tellen. Als je Van Wee vraagt of Skeuvel ook activiteiten organiseert naast het schaatsen, dan volgt een relaas dat doet vermoeden dat er geen dag in het jaar is waarop Skeuvel niets organiseert. ‘Maar lang niet alle leden komen overal opdagen, dat zou ook niet goed zijn. Driejaarlijks gaan we op reis. Rond de kerst gaan we ergens anders schaatsen. Dat kan in Nederland zijn, maar ook in Inzell (Duitsland) of Collalbo (Italië). Daarnaast zijn er tal van feesten, gala’s, pubquizjes en andere bijeenkomsten. Bijna iedere dinsdag is er iets te doen’, aldus Van Wee.
Skeuvelleden kunnen van oktober tot maart iedere week op maandag en donderdag een uur de schaatsen onderbinden. Dan is de IJsbaan Twente voor de oudste studentenschaatsvereniging van Nederland, al schaatsen er her en der op de baan ook paar kinderen die gezien hun leeftijd nog een paar jaar moeten wachten op een Skeuvel-lidmaatschap. In de zomer pakken veel leden de wielrenfiets of skeelers, of ze zoeken de sportschool of de UTrack op.
‘Chocomellen’
Wat de Skeuvel van veel andere verenigingen onderscheid is dat het sportieve en het recreatieve gedeelte duidelijk gescheiden is. Na het uurtje schaatsen verschijnen er geen kratten bier op tafel in het schaatscafé. Nee, dan sluit iedereen aan voor het traditionele ‘Chocomellen’. Van Wee: ‘Afspreken om nog wat op de campus te drinken werkt vaak niet, dan gaan leden toch vaak naar huis. Daarom drinken we hier altijd een chocomelk. Zo houden we het clubgevoel er mooi in, omdat schaatsen behoorlijk individueel is.’
Af en toe komen leden ook in het weekend samen, als één van de betere leden zich mag melden op een nationaal kampioenschap dat op televisie wordt uitgezonden. ‘Dan zit heel Skeuvel voor de buis hoor. We zijn een studentenvereniging, dus het gaat hier vooral om plezier hebben, maar sommige leden schaatsen op hoog niveau. Daar zijn we trots op.’
Naast de taartbakwedstrijden, borrels en verkleedpartijen, viert de vereniging in februari eerst (uitgesteld) het lustrum. Hoe dat eruit gaat zien weet De Wee niet, dat houdt de commissie nog geheim, ‘maar ik vermoed dat het weer twee weken strijden wordt. Zowel op, maar vooral naast de baan.’