Hij verwierf even kort een heldenstatus met een filmpje (zie hieronder) dat hij maakte als inzending voor de decentrale onderwijsprijs bij civiele techniek. Roos fabriceerde een parodie op een filmpje van internetsensatie Risitas. Niet zonder resultaat: studievereniging ConcepT riep hem voor de vierde keer in vijf jaar uit tot docent van het jaar. Hij maakt nu ook kans op de Centrale Onderwijsprijs.
Hij zal wel iets goed doen, moet hij denken. Voor de docent is het filmpje een bevestiging dat zijn manier van onderwijs geven aanslaat. Het draait voor hem om verrassende invalshoeken. Het liefst met voorbeelden uit de actualiteit en sportwereld, om studiemateriaal toegankelijker te maken. En het moet vooral langer blijven hangen bij studenten.
Samen met hen wil hij uitdagingen aangaan. Het geeft Roos een kick om te zien hoe de ene na de andere student ‘ik kan het’-momenten weet te produceren. Lesgeven ziet hij dan ook niet als een plicht. Nee, het is een voorrecht. Zonder door te slaan in wereldverbeterend idealisme trouwens, want uiteindelijk is het zijn werk om jonge mensen een ‘mooi vak’ te leren. En ze moeten aan hem zien dat hij het leuk vindt om te onderwijzen. Immers, als dat niet het geval is, hoe gaan ze het dan zelf interessant vinden?
De docent civiele techniek put ook inspiratie uit zijn onderzoek. Met een achtergrond in toegepaste wiskunde, belandde hij in 2000 bij de vakgroep Water Engineering and Management (faculteit CTW). Hij onderzoekt de bewegingen van de zandbodem van de Noordzee, die een bedreiging vormen voor de scheepvaart, pijpleidingen en de stabiliteit van windmolens. Roos prijst zich gelukkig dat hij op menig feestje in twee zinnen kan uitleggen wat hij doet. Nog gelukkiger is hij met het koppelen van studenten aan dit maatschappelijk relevante onderzoek.
Hij staat open voor innovatie – om studenten nog beter te kunnen bedienen, bijvoorbeeld door animaties van golfbewegingen te tonen. Sommige vernieuwingen werken beter dan andere, maar dat weerhoudt Roos er niet van om het te blijven proberen. Belangrijk is dat hij als docent een eigen verhaal heeft. En niet ‘bang’ is om een goed verhaal te vertellen aan zijn studenten. Die vrijheid pakt hij graag. Zodat hij het best mogelijke onderwijs kan aanbieden.