De twee UT-alumni, Sjoerd Ribberink en Martijn Daatselaar, die aankomende zaterdag de Italiaanse Stelvio-pas bergop hardlopend gaan trotseren, hebben de nodige hardloopkilometers in de benen. Dat was geen probleem voor de twee flink geoefende renners. Maar over twee dagen gaat het bergopwaarts. ‘En dat is niet te trainen in Nederland’, zegt Martijn Daatselaar. ‘Het is voor ons de grote uitdaging om de tocht te voltooien. De tijd die we neerzetten, is bijzaak.’
Daatselaar (foto rechts) en Ribberink zijn klaar voor vertrek. Vanavond rijden ze richting de Passo dello Stelvio, een hoger bergpas in de Italiaanse Alpen. Het hoogteverschil tussen start en finish van deze halve marathon is 1533 meter. De berg kent vele haarspeldbochten en de route van ruim 21 kilometer vormen een aangesloten klim met wisselende stijgingspercentages. ‘Dat ga je wel voelen in je kuiten, knieën en bovenbenen’, zegt Daatselaar. Genoeg eten is daarom essentieel. ‘Ik heb altijd een power gel bij me wat ik al rennend naar binnenschuif.’ Langs de route moedigen enkele collega’s de renners aan. Het initiatief om mee te doen, komt van namelijk van Daatselaars werkgever, LeasePlan. ‘Vorig jaar, tijdens de eerste editie van deze run, zijn de directeur en twee collega’s op uitnodiging van een klant afgereisd richting Italië. Dit jaar verschijnen veertien werknemers van LeasePlan aan de start. Het enthousiasme is groot.'
Ribberink en Daatselaar zijn gepokt en gemazeld in de hardloopwereld. De eerste stappen in runners outfit zetten beiden op de campus. ‘Wij hebben elkaar in 1998 leren kennen tijdens de introductieperiode van de studie technische bedrijfskunde’, memoreert Daatselaar. ‘Deze kennismaking resulteerde al snel in een goede vriendschap. We hebben veel samengewerkt voor onze studie, woonden in hetzelfde huis op de campus en renden vaak een rondje campus.’
Het was de aanzet tot vele andere, gezamenlijke loopjes. ‘We hebben meegedaan aan de Batavierenrace, de marathon van Rotterdam, de halve marathon van Egmond, diverse malen de halve marathon van Utrecht, de Roparun en nog vele andere loopevenementen.’ En nog steeds lopen de twee wekelijks samen en zaterdag staan ze voor de uitdaging om een hoogteverschil van 1533 meters meester te maken. ‘Dat doen we niet alleen als uitdaging voor onszelf, maar ook voor het goede doel. Het is de bedoeling dat elke deelnemer, tot nu toe 170 renners, een euro per hoogtemeter gesponsord krijgt en dus 1533 euro ophaalt.’ Zelf moet hij nog 140 euro bij elkaar zien te krijgen, maar daar maakt-ie zich geen zorgen over. Het is de berg, het verschil in meters, de temperatuur en het ontbreken van schaduw die momenteel zijn aandacht vragen.
