Gert Brinkman (PvdUT) trapte af: ‘We kregen in 2015 de toezegging van het CvB dat het aan de opleidingen is of ze op het Engels overgaan. En als ze dat doen, dat er dan een implementatieplan onder zou liggen.’
Maar Brinkman ziet een andere praktijk: ‘Wij zijn in het bezit van correspondentie tussen opleidingsbesturen en opleidingsdirecteuren waarin een heel ander beeld wordt geschetst. Namelijk dat overgaan op Engels een van bovenaf opgelegde verplichting is. Het is niet de vraag óf een opleiding Engels wordt, maar wanneer.’
Daarnaast heeft het taalbeleid nogal wat implicaties, gaf Brinkman aan. ‘Er worden eisen gesteld aan het niveau Engels van studenten, docenten en ondersteunend personeel. Hoe dat precies zit, is niet duidelijk. Misschien moet de vertegenwoordiging van de vakbonden, het OPUT, hier bij betrokken worden.’
Bestaande situatie
Collegevoorzitter Victor van der Chijs benadrukte dat het hier niet gaat om nieuw beleid, maar dat het gaat om een beschrijving van de bestaande situatie. ‘We hebben al het beleid dat we de laatste 15 jaar doorvoerden, samengevoegd in één document’, zei hij. ‘Ik kan me goed voorstellen het voor de lezer confronterend is om alles zo op een rij te zien. Maar we stellen geen aanvullende eisen aan de medewerkers en studenten.’
De opleidingen kiezen volgens Van der Chijs zelf om naar het Engels over te gaan. ‘We sturen niet centraal aan’, zei hij. ‘Dat er in correspondentie misschien een keer die indruk wordt gewekt, daar kan ik niets aan doen.’
Roept vragen op
Anton Stoorvogel (Campus Coalitie) miste ‘nogal wat duidelijkheid’ in het beleidsstuk. ‘Het roept vragen op’, zei hij. ‘Ik zie geen duidelijkheid welke vergaderingen en documenten in het Engels moeten. Dat docenten in het Engels college geven is wel duidelijk, maar het aanbod aan cursussen is niet voldoende. Is er een keer een cursus vrij, dan zit je door de werkdruk te vol om mee te doen. En voor de ondersteunde diensten zie ik geen beleid terug: hoe moeten zij hiermee omgaan?’
De collegevoorzitter zei het advies van de Uraad serieus te nemen. Het principiële bezwaar, dat opleidingen gedwongen zouden overgaan in het Engels, onderschrijft hij niet. ‘We hebben afspraken met elkaar gemaakt over internationalisering en daar moeten we ons aan houden.’ Maar de ‘implementatie’ van het taalbeleid, wil hij verder bespreken in een (besloten) commissie. Op aandringen van Gert Brinkman stelt het CvB nog wel een schriftelijke reactie op.