‘Een dure crèche voor rijkeluiskinderen’, noemde de latere onderwijsminister Ronald Plasterk de university colleges ooit. De studenten betalen een hoger collegegeld, worden streng geselecteerd, wonen met zijn allen op een campus en volgens een intensief, interdisciplinair bachelorprogramma.
De ‘eliteclubjes’ riepen hier en daar weerstand op in het egalitaire Nederland. Het was nog maar de vraag of ze zouden aanslaan. Twintig jaar later kunnen we stellen dat het is gelukt. Nederland telt inmiddels tien university colleges en die zijn populair. Voor iedere vrije plek zijn er gemiddeld vijf aanmeldingen uit binnen- en buitenland. Zelfs Plasterks zoon volgde de opleiding. Hoe valt dit te rijmen?
‘Misschien komt het doordat de colleges meer op motivatie dan op excellentie selecteren’, overweegt historicus James Kennedy, gespecialiseerd in de Nederlandse geschiedenis en sinds drie jaar dean van het University College Utrecht.
U was eerder hoogleraar geschiedenis aan de VU en de UvA in Amsterdam. Zijn de studenten hier anders?
‘De leergierigheid van onze studenten springt er toch wel uit. Ze willen gewoon alles tot zich nemen. Ze houden zich bezig met verschillende disciplines en hebben bredere vaardigheden, zoals goed kunnen schrijven en spreken. In verdiepende kennis steken ze misschien minder boven het maaiveld uit en ze zijn bijvoorbeeld ook niet beter dan anderen in het gebruik van bronnen. Maar ze zijn vooral erg leergierig.’
Twintig jaar university college in Nederland
In 1998 opende het university college in Utrecht zijn deuren. Geïnspireerd door colleges in de VS en Groot-Brittannië introduceerde grondlegger Hans Adriaansens zo het concept van liberal arts and science in Nederland. Studenten richten zich daarbij niet op één discipline, maar ontwikkelen brede kennis terwijl ze daarnaast in minstens één vakgebied verdieping zoeken.
University colleges gelden als prestigieus en prijzig. Ze zijn internationaal georiënteerd en kennen een strenge selectie. Studenten betalen jaarlijks 4.000 euro collegegeld plus zo’n 8.000 euro voor kost en inwoning, want ze wonen met zijn allen op een campus.
De tien university colleges in Nederland zijn populair. Het afgelopen jaar begonnen 1500 studenten een opleiding liberal arts and sciences. Behalve in Utrecht zijn er university colleges in Venlo, Maastricht, Groningen, Den Haag, Enschede, Tilburg, Rotterdam, Amsterdam en Middelburg.
In hoeverre heeft de komst van university colleges het Nederlandse hoger onderwijs veranderd?
‘Op een paar punten hebben ze denk ik wel verschil gemaakt. Zo bieden veel universiteiten tegenwoordig brede, interdisciplinaire bachelors aan. Wat dat betreft is de filosofie denk ik wel veranderd. Verder waren university colleges natuurlijk voorlopers op het punt van internationale oriëntatie en Engelstalig onderwijs. Ook daar is tegenwoordig meer aandacht voor. Dat geldt ook voor kleinschalig en intensief onderwijs en – last but not least – voor uitstekend onderwijs.’
‘Onze studenten komen doorgaans uit gezinnen met een bovengemiddeld inkomen. Dat is voor ons een punt van zorg’
Zou u de university colleges een succes noemen?
‘University colleges zijn wel een succes, maar ze vormen nog altijd maar een klein onderdeel van het totale onderwijsaanbod. Het is zeker niet zo dat ze het reguliere onderwijs naar de marges hebben teruggedrongen. Ik zou zeggen: een bescheiden succes, maar wel een blijvend succes.
Het verschil met de rest van het Europese vasteland is toch wel opvallend: nergens is de notie van liberal arts and sciences zo diepgeworteld als in Nederland. Dat komt denk ik doordat het Nederlands onderwijsbestel toch wat meer open staat voor nieuwe ideeën en innovatie.
Ik denk dat het mede de brede oriëntatie is die de university colleges voor gemotiveerde studenten aantrekkelijk maakt. Als je nog niet precies weet welke kant je op wilt en eerst wilt verkennen waar je belangstelling voor hebt, dan is het university college een goede keuze. Je loopt dan niet het risico dat je de verkeerde keuze maakt en een jaar later opnieuw moet beginnen. De uitval ligt bij ons met één op de tien studenten ook bijzonder laag.’
Staan de dure, selectieve university colleges voor iedereen open, ongeacht hun achtergrond?
‘We zijn vooral internationaal divers – op onze campus zijn paspoorten te vinden uit maar liefst tachtig verschillende landen. Verschillen op andere vlakken, zoals de sociaaleconomische achtergrond van studenten, zijn er minder. Onze studenten komen doorgaans uit gezinnen met een bovengemiddeld inkomen. Dat is voor ons een punt van zorg en daarom bieden we ook beurzen aan. Momenteel maken zo’n vijftig studenten daarvan gebruik – niet heel veel dus want we hebben 750 studenten in totaal. Dus ja, diversiteit is zeker iets dat ons bezig houdt.’
Houden jullie er rekening mee bij de selectie?
‘Voor zover de wet het toestaat laten we het meewegen als factor, ja.’
Zouden alle opleidingen in Nederland een soort university colleges moeten worden?
‘Dat denk ik niet. Neem alleen al Engelstalige onderwijs en wonen op een campus: dat is niet voor iedereen weggelegd. University colleges hoeven niet hét model te zijn. Ik denk ook niet dat we er nog meer van nodig hebben in Nederland. Maar het idee dat studenten breed zijn opgeleid, verbanden leggen en nadenken over hun dienstbaarheid aan de samenleving, dat spreekt mij toch wel heel erg aan.’
Ik denk wel dat het goed is als de reguliere universiteiten meer nadenken over hoe ze verbreding kunnen bieden. Specialisatie heeft ongetwijfeld waarde, maar breed opgeleide studenten zien the big picture. Interdisciplinariteit wordt de komende tijd alleen maar belangrijker binnen de wetenschap en op de arbeidsmarkt.’
CV James Kennedy
1963: Geboren als zoon van een Nederlandse moeder en een Amerikaanse vader in Orange City, een stadje in de Amerikaanse staat Iowa dat vernoemd is naar Willem-III.
1995: Promoveert aan de Universiteit van Iowa op historisch proefschrift: Building new Babylon: cultural change in the Netherlands during the 1960s
2003 – 2007: Hoogleraar contemporaine geschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
2007 – 2015: Hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam
2015 – heden: Dean van het University College Utrecht