Aanleiding voor het onderzoek is een publicatie van NRC Handelsblad waarin Van den Boom wordt beschuldigd van plagiaat. In acht van de tien openingstoespraken die ze tussen 2008 en 2017 hield tijdens de dies (verjaardag) van de universiteit, zou ze werk van anderen hebben gebruikt zonder dat te vermelden. Het zou in een enkel geval om bijna honderd regels tekst gaan. Ook in haar eigen proefschrift werden gekopieerde stukken tekst gevonden. NRC spreekt van ‘een lappendeken van knip- en plakwerk’.
De Universiteit van Amsterdam gaat nu onderzoeken of Van den Boom de regels voor wetenschappelijke integriteit heeft overtreden. ‘Het spreekt voor zich dat vóór alles zorgvuldigheid geboden is. We nemen pas een standpunt in nadat goed en onafhankelijk onderzoek is gedaan’, schrijft de UvA in een verklaring.
Plagiaatscan
Dymph van den Boom werd in 1996 hoogleraar pedagogiek aan de UvA. In de jaren erna nam ze steeds meer bestuurlijke taken op zich. In 2007 werd ze als eerste vrouw in Nederland benoemd tot rector magnificus, wat ze tien jaar bleef. Opvallend is dat ze zich in die functie juist inzette voor de bestrijding van plagiaat. Ze stelde een verplichte plagiaatscan voor proefschriften in en riep een speciale werkgroep in het leven.
In een weerwoord in NRC stelt Van den Boom dat haar toespraken ten onrechte langs de lat van wetenschapsbeoefening worden gelegd. ‘Geen enkele gedragscode geeft uitsluitsel over de vraag of een openingstoespraak beschouwd moet worden als een wetenschappelijke publicatie.’ Over het vermeende plagiaat in haar proefschrift zegt ze dat er destijds ‘geen regels en voorschriften waren zoals we die nu kennen’.