Volgens Dick Meijer (PvdUT) hoort dat geld namelijk wel in de begroting te staan. ‘Ik hoor dat we de miljoenen uit de sectorplannen gaan matchen met eigen middelen’, zei hij. CvB-lid Mirjam Bult bevestigde dat. ‘We hebben de faculteiten gevraagd om op 130 procent te begroten’, zei ze. ‘Als we 100 procent van de sectorplannen daadwerkelijk binnenhalen, leggen we de rest vanuit centrale middelen bij.’
De discussie ging niet alleen om geld dat de UT in de toekomst bij kan schrijven. Een heikel punt bleken eerdere toezeggingen van het college, die niet in de kaderstelling zijn opgenomen. Zo riep de Uraad al op om goed te kijken naar hoeveel een – vooral technische – opleiding kost, zodat die een ‘eerlijk bedrag’ krijgt. ‘Dat geldt voor het bacheloronderwijs, maar vooral voor het masteronderwijs’, benadrukte Dick Meijer. Bult: ‘We werken dit najaar aan de doorontwikkeling van het masteronderwijs. Dan komt er ook meer duidelijkheid over het nationale beleid en hoe het onderwijsgeld verdeeld wordt. Dat is het moment om naar onze interne bekostiging te kijken.’
Moeilijk te begrijpen
Om in te stemmen met de kaderstelling, maakte voorzitter Wormeester een ronde langs de fracties van de Uraad. Daar kwam maar weinig respons op. De studentenfracties vonden de kaderstelling moeilijk om te begrijpen. ‘Dan leun je toch al snel op de ervaring van de UT-medewerkers in de raad’, zei Hidde Zijlstra (DAS). Thomas Remmerts (UReka) sloot zich daarbij aan: ‘Je weet niet, wat je niet weet.’
Daarmee werd de kaderstelling met 14 stemmen voor, 1 tegen (lijst ET) en 2 onthoudingen (PvdUT) aangenomen.