De instroomcijfers staan in de laatste managementrapportage. Daaruit blijkt dat het aantal eerstejaars dat afgelopen september begon fors achterblijft bij het budget en de ambitie van de UT. Waar zo’n 3000 eerstejaars bachelors werden verwacht, werden dat er 2200. Ook het aantal masterstudenten blijft achter.
Omdat er in februari nog masterstudenten instromen, zijn die cijfers nog onduidelijk. Maar naar verwachting stromen er dit academisch jaar in totaal 10 procent minder masterstudenten in dan beoogd. De lagere instroom zorgt in 2022 voor een financiële tegenvaller van zo’n 2,2 miljoen euro voor de UT.
Verklaringen
Er zijn meerdere verklaringen voor de instroomdip, zegt Machteld Roos, vicevoorzitter van het college van bestuur. ‘De cijfers zijn fors lager dan vorig jaar, maar toen was er juist sprake van een plotselinge piek – die ook met ongewenste gevolgen gepaard ging. Dit jaar zien we een duidelijk effect door twee opleidingen die een numerus fixus hebben ingevoerd (psychologie en technische informatica, red.). Daarnaast spelen externe factoren mee: in september 2023 wordt de basisbeurs heringevoerd, dat kan de mindere instroom van Nederlandse studenten van dit collegejaar verklaren. Ook zijn de toelatingseisen voor Indiase studenten verscherpt en is er sprake van nieuwe wetgeving in Duitsland waardoor studeren in Nederland voor Duitse studenten minder voordelen biedt dan voorheen. Daar merken wij de gevolgen van.’
Opvallend is dat de instroom op de UT daalt, terwijl die van andere Nederlandse universiteiten – zij het licht – stijgt. De vicevoorzitter wijt dat aan de coronacrisis. ‘Onze open dagen zijn ontzettend belangrijke momenten ten opzichte van studiezoekers, met name vanwege onze campus als uithangbord. Omdat die dagen vanwege de coronacrisis vorig jaar online moesten plaatsvinden, hadden wij daar als campusuniversiteit meer last van dan andere universiteiten.’
Herstel
Roos verwacht dat de instroom komend collegejaar op z’n minst herstelt. ‘Met het oog op de herinvoering van de basisbeurs, het terugveren van de instroom bij de opleidingen die de numerus fixus hebben ingevoerd en het feit dat we weer – succesvolle – fysieke open dagen konden organiseren, verwachten we komend collegejaar herstel.’
En groei is juist gewenst, benadrukt ze de recente woorden van collega-bestuurder Vinod Subramaniam. ‘De maatschappelijke opgaven waar we voor staan – onder andere het klimaat, de gezondheidszorg en veiligheid – vragen om genoeg mensen. Die vraag naar talent zien we ook nadrukkelijk in de regio, zowel op mbo-, hbo- als wo-niveau. Onze boodschap als universiteit is: we hebben ruimte voor nieuwe studenten bij onze opleidingen. Ook is naar verwachting voldoende woonruimte voor studenten beschikbaar in de regio en er zijn de nodige plannen om het aanbod nog verder te vergroten.’