In een week tijd stopte een student met zijn opleiding omdat de UT naar zijn idee te weinig doet aan klimaatverandering. Ook werd een Shell-excursie ontregeld. Hoe kijkt het CvB daarnaar?
‘Ik ben niet verbaasd dat dat zo intensief leeft binnen de community. We zien, weten en voelen dat dit een hot topic is. Veel studenten en medewerkers laten zich horen en dat toont alleen maar aan hoe groot en complex het probleem is en dat het een aanpak verdient waarin verbinding wordt gezocht. Er gebeurt veel, maar de vraag is hoe we het transitieproces gaan versnellen. Veel van onze wetenschappers houden zich daarmee bezig en voelen die urgentie.’
Een excursieblokkade en een student die stopt zijn niet echt voorbeelden van een dialoog.
‘De student heeft een moeilijke keuze gemaakt, daar kun je alleen maar empathie voor voelen. Hij schrijft dat hij zoekende is op welke manier hij zich voor klimaatverandering wil inzetten. Die boodschap geeft hij ons ook mee. Wij nodigen iedereen uit voor een gesprek en horen graag op welke manier we meer en sneller aan de klimaatcrisis kunnen werken. Daar organiseren we veel voor en er zijn diverse gremia om aan deel te nemen.’
(Tekst gaat verder onder de foto.)
Wetenschappers spreken zich ook steeds feller uit en sluiten zich aan bij fanatieke actiegroepen. Steunt het CvB dat?
‘Het wetenschappelijke geluid laten horen moedigen wij alleen maar aan. Dat kan op verschillende manieren, maar wij adviseren om dat altijd in dialoog te doen.’
In de twee zojuist genoemde voorbeelden wordt de fossiele industrie – Shell voorop – als dader aangewezen. De UT zou de banden met Shell moeten verbreken. Gaat dat gebeuren?
‘Daar hebben wij al eerder antwoord opgegeven: wij hebben deze partijen hard nodig om te komen tot de gewenste verandering. Als we de transitie willen versnellen hebben we verbinding nodig. Met kleine en grote partijen, in de regio, nationaal en internationaal. Met innovatie en leiderschap. Dus ook met partijen als Shell die een grote rol willen vervullen in de transitie. De wijze waarop we samenwerken is voor ons van groot belang. Het moet gepaard gaan met onze academische waarden.’
Critici zien Shell opvoeren als partner in de transitie als greenwashing. Sterker nog, daar is Shell al meermaals voor berispt.
‘Het is duidelijk dat ook Shell nog een lange weg te gaan heeft om de grote ambities waar te maken. Maar om een grote verandering teweeg te brengen, werkt naar ons idee samen optrekken beter dan de banden te verbreken. Dan ben je elkaar kwijt en is het gesprek om daadwerkelijk iets voor elkaar te krijgen verdwenen. Hetzelfde geldt voor de suggestie van de student die je net noemde om de klimaatnoodtoestand uit te roepen. Dat het urgent is, daar zijn we het over eens. Maar als je verder gaat, dan komen daar ook andere dingen bij kijken, dan verdwijnt het gesprek.’
Hoe groot is de samenwerking tussen de UT en Shell?
‘De omvang van die samenwerking brengen we momenteel in kaart, maar we hebben niet de indruk dat samenwerking heel groot is. Het is ook niet meer een vanzelfsprekendheid dat iedere student bij Shell wil werken. We zien dat zij weloverwogen kiezen voor welke organisatie ze willen werken.’
De vertrokken student stelt als suggestie zes concrete actiepunten voor. We hebben er twee benoemd, maar hoe kijken jullie naar zijn overige punten? Nemen jullie die op in UT-beleid?
‘De student draagt relevante punten aan, waarvan een deel al plaatsvindt. Uiteraard is er ook ruimte voor verbetering. Studenten en staf denken mee over beleidvorming bij de UT via diverse gremia. Wij als CvB, maar ook andere collega’s, zijn benaderbaar en laten ons zien op de campus. We weten dat we het niet alleen kunnen en roepen juist op om mee te denken. Laten we niet vergeten dat er heel veel gebeurt op het gebied van de energietransitie. Ook bij studenten. Denk aan de master-insert Shaping Responsible Futures, die dit jaar de Hogeronderwijspremie won, maar ook aan de talloze studenten die via challenge-based learning bestaande problemen rond klimaatverandering in hun onderwijs inbouwen. Op zulke manieren kunnen wij als UT heel veel bijdragen, maar wel door er in verbinding met elkaar over te praten. En er vooral ook naar te handelen.’