Rapport arbeidsbelasting: UT heeft wel initiatieven, maar te weinig inzicht

| Rense Kuipers

De UT heeft tal van initiatieven, activiteiten en beleid op het gebied van ‘psychosociale arbeidsbelasting’, maar mist procedures, beleidskaders en controle. Dat concludeert een rapport van arbodienst ‘De Bedrijfspoli’.

Het rapport is een zogeheten risico-inventarisatie en -evaluatie van de psychosociale arbeidsbelasting. Dat zijn de factoren die zorgen voor werkstress, zoals werkdruk, ongewenst gedrag en agressie en geweld. Dat onderzoek vond de afgelopen maanden plaats naar aanleiding van het bezoek en rapport van de landelijke Arbeidsinspectie.

Rapport Arbeidsinspectie

De Arbeidsinspectie concludeerde afgelopen zomer namelijk dat de UT beter moet kijken naar de oorzaken van problemen met werkdruk. Het was volgens de inspectie niet duidelijk of de UT inzicht heeft in oorzaken van werkdruk ‘die binnen de eigen beïnvloedingsmogelijkheden liggen’. Dat geldt volgens de inspectie ook over ongewenst gedrag. ‘Daardoor is het ook niet duidelijk hoe maatregelen tegen ongewenst gedrag aansluiten op de oorzaken van ongewenst gedrag.’

Interviews

De Bedrijfspoli, de arbodienst op de UT, ging na het rapport van de Arbeidsinspectie aan de slag – in opdracht van de UT. Daarvoor werden documenten gelezen, vragenlijsten ingevuld en vonden er meer dan dertig interviews plaats met onder andere mensen uit de medezeggenschap, managers, faculteitsbesturen en HR-medewerkers.

Het rapport start met een viertal positieve bevindingen: de UT heeft tal van initiatieven, activiteiten en beleid gericht op psychosociale arbeidsbelasting, er is veel sociale steun en grote betrokkenheid binnen de UT en medewerkers hebben veel autonomie, flexibiliteit en leermogelijkheden.

Werkdruk

Daar staat wel een zevental risico’s tegenover. ‘Er ontbreekt een actueel en op schrift gesteld overkoepelend beleidskader voor gezond, veilig en met plezier werken voor de UT’, zo is de voornaamste constatering. Er is wel beleid, maar er is bijvoorbeeld geen koppeling tussen de jaarplannen van faculteiten en diensten en de welzijnsonderzoeken en -activiteiten. Ook mist volgens het rapport onder andere een goede procedure voor risico-inventarisatie en -evaluatie.

Volgens dit rapport van De Bedrijfspoli moet de UT aandacht hebben voor werkdruk, met name die van promovendi, universitair docenten en leidinggevenden. Promovendi worden gezien als risicogroep, zowel voor wat betreft werkstress als sociale veiligheid. Universitair docenten kampen vooral met werkstress door prestatiedruk en een veelheid aan taken. En leidinggevenden ervaren druk vanwege de bezuinigingen en bijkomende onzekerheid.

Plannen van aanpak

Het rapport formuleert uiteindelijk een achttal adviezen, onder andere gericht op het monitoren en aanpakken van de werkdruk. Daarnaast adviseert De Bedrijfspoli dat de UT meer zicht kan krijgen op ongewenst gedrag en agressie, bijvoorbeeld in de vorm van een beter meldingssysteem, voorlichting en training. Ook discriminatie kan explicieter besproken worden met medewerkers.

De resultaten uit het rapport moeten op korte termijn – deze maand – de basis vormen voor plannen van aanpak, zowel UT-breed als binnen faculteiten en diensten.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.