Wat houdt het stadsdichterschap in?
‘Dat ik de komende twee jaar elke maand een gedicht lever dat een beschouwing geeft over Enschede of iets dat op dat moment speelt in de stad. Daarnaast word je gevraagd om voordrachten te doen bij lezingen en ceremoniële momenten. En ik mag een junior stadsdichter begeleiden, dat lijkt me ook ontzettend leuk om te doen.’
Wat heb jij met dichten?
‘Het mooie van dichten vind ik dat je met een paar rake woorden een hele wereld kunt creëren. Met taal in het algemeen heb ik sowieso altijd al iets gehad. Als kind leerde ik mezelf ooit lezen. Daar ben nooit meer mee gestopt. Dichten doe ik eigenlijk ook al zo lang ik me kan herinneren. Als tienjarig meisje had ik een boekje waar ik gedichten in schreef over van alles en nog wat. Bijvoorbeeld over die ene jongen in de klas die ik dan leuk vond. Dat mocht natuurlijk niemand lezen.’
‘Omdat poëzie vooral het imago van grijze oude mannen heeft, dacht ik ook een periode dat ik er nooit goed in zou kunnen worden. Tijdens mijn hbo-studie communicatie had ik wel bijbaantjes waarin ik kon blijven schrijven, maar dichten raakte op de achtergrond. Die schrijfervaring kwam van pas toen ik vijf jaar geleden begon bij Novel-T als storyteller en contentmaker. Maar zo’n drie jaar geleden zag ik een dichtchallenge op Instagram. Toen heb ik het weer opgepakt. Dat gaf zoveel plezier dat ik er niet meer mee ben gestopt.’
Hoe verliep de selectieprocedure?
‘Je moest vijf gedichten insturen, waarvan twee nieuwe. En een motivatie erbij waarin je uitlegt wat je met het aanstaande stadsdichterschap wilt bereiken. Op basis van de inzending werden vier kandidaten gekozen om op gesprek te komen. Die mochten uiteindelijk afgelopen zondag twee gedichten voordragen, zodat de jury kon horen hoe je het doet.’
Wat wil je bereiken tijdens jouw ‘ambtstermijn’?
‘Ik wil poëzie dichter bij de gemiddelde Enschedeër brengen en mensen ermee verbinden. Duidelijk maken dat het niet alleen maar stoffig is en voor oude mensen. Die indruk krijg ik nog weleens. Ik was bijvoorbeeld vorige week nog bij een lunchbijeenkomst voor poëzie. Nu ben ik met mijn 31 ook geen jongere meer, maar er zaten verder echt alleen maar grijze mensen.’
Hoe wil je dat doorbreken?
‘Ik probeer heel laagdrempelig te schrijven. Mijn gedichten zijn meestal zo’n drie verzen lang. Niet te abstract of zweverig, niet te moeilijk. Ik hou meestal ook een simpel rijmschema aan. Of soms helemaal geen.’
Wat zijn thema’s waar je vaak over schrijft?
‘Dat kan van alles zijn. Een tijdje terug zag ik ergens een theepot in de berm liggen. Dan ga ik me daar allerlei dingen bij afvragen en voorstellen. Hoe komt die daar? Wat als er geen thee maar wijn uit gedronken werd? Zo ontstond vanzelf een gedicht over een theepot die als een student met een kater in de berm ligt. Daarnaast gaf ik een jaar geleden een gedichtenbundel ‘Leven met een rouw randje’ uit, rond het thema rouw. De opbrengst daarvan ging bijna volledig naar KWF Kankerbestrijding.’
‘Als stadsdichter maak ik een paar ‘hoogtepunten’ voor Enschede mee, zoals het 700-jarige jubileum van Enschede als stad en het feit dat de vuurwerkramp dit jaar alweer 25 jaar geleden is. Belangrijke thema’s voor Enschede.’
Haal je ook inspiratie uit je werkomgeving bij Novel-T?
‘Jazeker, we zitten hier op een plek waar heel veel gedreven mensen samenkomen. Ondernemers en onderzoekers die met grootste plannen de wereld willen veranderen, dat is heel inspirerend. Het geeft je een doorkijkje naar de toekomst. Andersom helpt het dichterschap me wel met het schrijven van de stukken voor Novel-T. Ik merk dat ik, nu ik weer begonnen ben, makkelijker mooie zinnen kan bedenken zodat het verhaal levendiger wordt.’
Hoe ga je je stadsdichterschap combineren met je werk voor Novel-T?
‘Gelukkig heb ik hele fijne, begripvolle collega’s. Zij zijn degenen die me aanspoorden om überhaupt mee te doen met de verkiezing. Ik schrijf nog steeds veel in mijn vrije tijd, dus als ik dat wat meer parkeer, blijft er genoeg ruimte over om het in te passen.’