Decaan Ton Mouthaan heeft samen met de wetenschappelijk directeuren een plan opgesteld waarin keuzes worden gemaakt in onderwijs, onderzoek en ondersteuning. In totaal dient de faculteit drie miljoen te bezuinigen. Een van die keuzes is het beëindigen van specialisaties binnen onderzoeksgroepen. Daaronder valt de vakgroep Integrated Optical Microsystems Group van Markus Pollnau. Mouthaan erkent dat het moeilijk te begrijpen is. ‘Bij zo'n grote reorganisatie moet je helaas ophouden met dingen waar je goed in bent. Het opheffen van de vakgroep is grondig bekeken. We moeten fors ingrijpen en hebben niet geselecteerd op kwaliteit, maar op het gehele palet van activiteiten.’ Vervolgt: ‘We zijn daarvoor teruggegaan naar onze basis. Wat hebben we echt nodig om kwaliteit te blijven waarborgen en wat kunnen we missen zonder dat het geheel instort? Met andere woorden: welke specialisaties kunnen worden beëindigd zonder dat het weefsel van het onderzoek te veel wordt aangetast?’ Met die vragen in het achter hoofd, viel de keus op de IOMS-vakgroep. ‘Het accent van EWI ligt op andere vakgebieden. Natuurlijk doet niemand hetzelfde werk en onderzoek als Markus, maar bij Mesa+ wordt er bijvoorbeeld ook onderzoek gedaan naar optische microsystemen. Het is voor onze faculteit geen core business, dus moeten we zeggen: dit doen we niet meer.’ Hij zegt dat Pollnau met de Grant een heel goede kans maakt bij een andere, toekomstige universiteit. ‘Dankzij het werk dat hij hier de afgelopen acht jaar heeft gedaan en dankzij onze fantastische infrastructuur heeft hij die Grant op persoonlijke titel in de wacht gesleept. ‘
Pollnau zegt het te betreuren dat zijn vakgroep moet verdwijnen. ‘Zeker nu ik de ERC Advanced Grant heb gewonnen, al was de reorganisatiebeslissing al genomen voordat de Grants bekend waren.’ Toch vindt de onderzoeker dat er structureel iets niet klopt binnen de faculteit. ‘Dat een winnaar van een ERC Advanced Grant, normaal gesproken de ‘celebrated star’ van de universiteit weg moet, toont aan dat niet alles goed verloopt binnen de faculteit.’
De reorganisatie is volgens de decaan te wijten aan dubbele pech, zegt hij in een eerder interview in UT Nieuws Magazine. ‘De studentenaantallen van onze opleidingen stortten in en daarnaast is de prijs per student flink gedaald. Een tijd lang hebben we dat goed kunnen opvangen met externe middelen, maar die worden minder.’ De reorganisatie moet bewerkstelligen dat de faculteit is toegerust om de wetenschappelijke uitdagingen in de onderzoeksinstituten voor de tweede helft van dit decennium aan te kunnen. Op dit moment is voor 22 medewerkers van de 35 duidelijk dat er tijdens de herplaatsingsprocedure voorzien kan worden in een oplossing binnen of buiten de UT. Naast de 35 personen geldt voor zeven medewerkers dat zij na hun pensioen niet worden opgevolgd. Ze maken wel hun taken, voornamelijk als promotor, af.