Hoe lang ben je al werkzaam aan de UT?
‘Ik werk sinds 2001 voor ITC, dat in 2010 als faculteit bij de UT aansloot. Ook toen werkte ik als Student Affairs Officer. Deze functie is veelzijdig en je moet van alle markten thuis zijn. Je begeleidt de student van aankomst tot vertrek. Destijds was de functie veel administratiever van aard en vooral gericht op visa. We hadden toen veel meer studenten en als een student uit Zimbabwe voor veldwerk naar Thailand moest met een Nederlandse verblijfsvergunning, leverde dat veel werk op.’
Je werk ziet er vandaag de dag anders uit?
‘De functie heeft zich behoorlijk ontwikkeld. Ik richtte me de voorbije jaren onder andere op de introductie, om de internationale studenten hier bekend te maken. Zodat ze goed voorbereid aan de slag konden en wisten wie ze moesten aanspreken als er wat speelde. Nu richt ik me vooral op vertragingen van studenten. Zo’n vertraging heeft vaak een persoonlijke oorzaak, maar soms ook een financiële. Uiteindelijk moet een student het zelf doen, maar ik probeer ze daar zo goed mogelijk bij te helpen. Bij een internationale student van buiten de EU kan de druk hoog zijn, bijvoorbeeld door familie of financiën. Daarnaast ben ik ook onderdeel van de landelijke werkgroep Mobstacles, waarmee we vanuit Nuffic problemen rondom mobiliteit proberen aan te pakken.’
Heb jij als ITC’er toch een favoriete plek op de campus?
‘Ik kijk uit naar onze verhuizing naar Langezijds. Dat lijkt me een schitterende plek om te werken, al ga ik ons ITC-gebouw ook missen. Vooral de tuin achter het gebouw, die aanvoelt als een kleine oase. Daar houden we ook altijd het internationale foodfestival.’
Waar woon je?
‘Al zo’n twintig jaar in Weerselo. Daarvoor woonde ik in Utrecht, Nijmegen, Ankara, Moskou, Emilia Romagna (Italië), Oldenzaal en Lichtenvoorde. Ik ontmoette mijn man in Ankara en onze zoon werd geboren in Italië. Grappig genoeg komen we beiden uit de Achterhoek, onze ouders kenden elkaar al, maar we leerden elkaar kennen in Turkije. Ik werkte daar voor de Landbouwraad van de Nederlandse ambassade, hij was daar voor een landbouwbeurs. Na onze tijd in Italië zijn we teruggekeerd naar Nederland.
Wat heb je gisteravond gegeten?
‘Kabeljauwfilet met garnalen, versa sla uit de tuin en gegrilde groenten. Ik kook graag gezond en houd ervan om uiteten te gaan. Libanees eten vind ik heel lekker, net als eten uit het Midden-Oosten. Wellicht komt dat door mijn tijd in Turkije. De Syrische en Israëlische keuken spreken mij ook aan.’
Wat zijn je hobby’s?
‘Naast mijn werk was ik als raadslid en commissielid actief voor Lokaal Dinkelland. Heel dankbaar werk. Ik kon daar na de laatste verkiezingen mee doorgaan, maar besloot om een jonge kandidaat binnen de partij de voorkeur te geven in de raad. Dat betekent voor mij extra vrije tijd, waar ik nog een invulling aan moet geven. Deels deed ik dat al met wat extra werk, want ik probeer In case of emergency-gegevens van studenten in het OSIRIS-systeem te krijgen. Een lastige klus, maar iets heel belangrijks, vooral voor internationale studenten waar we als crisisteam – waar ik ook deel van uitmaak – veel aan hebben.’
Staat er nog iets op je bucketlist?
‘Twee jaar geleden bezocht ik met een collega Libanon en dat was geweldig. Volgend jaar zijn mijn man en ik 25 jaar getrouwd. Dan willen we met onze twee kinderen graag een mooie reis maken. Zij zijn nu wat ouder en studeren beiden aan de Universiteit van Amsterdam. De meningen zijn alleen nogal verdeeld. Terugkeren naar Turkije is een optie, Israël en Jordanië staan hoog op de lijst, maar Argentinië lijkt ons ook prachtig. Daar zijn we nog niet uit.’
Tot slot, wat is jouw mooiste UT-herinnering?
‘Dat is een terugkerend fenomeen, maar toch de blijdschap bij studenten als ze na een vertraging uiteindelijk hun diploma mogen ophalen. Met ITC-studenten hebben we ook tripjes naar London en Parijs gemaakt. Ik zie ons nog met zo’n 75 studenten in de metro in Parijs staan en ITC out next station! roepen. Dat familiegevoel is prachtig om mee te maken.’