Het is een uitzonderlijke tijd, niet in de laatste plaats voor degenen die in deze periode leiding geven aan een universiteit. Het grootste dilemma waar Thom Palstra voor stond? Daarover hoeft de rector niet lang na te denken. ‘Het eerste besluit dat we namen: het afgelasten van de open dagen in maart.’
De open dagen gingen in eerste instantie ‘gewoon’ door. In groten getale kwamen de aspirant-studenten naar de campus, waar ze in een collegezaal luisterden naar de openingstoespraak van opleidingsdirecteur Stefan Kooij. ‘Vooraf vroeg ik aan Stefan of hij zich nog comfortabel voelde met de situatie. Dat was het geval. Tijdens zijn openingsspeech werden in Den Haag de aangescherpte overheidsmaatregelen afgekondigd. We moesten alsnog afgelasten. Stefan verwelkomde iedereen in zijn speech en in diezelfde speech stuurde hij ze naar huis. Een bizarre situatie.’
‘We horen het de laatste weken steeds vaker van studenten en medewerkers. Wanneer mogen we terug?'
Palstra zegt achteraf geen spijt te hebben van de beslissing om de open dagen aanvankelijk door te laten gaan. ‘We stuurden op de protocollen van de overheid. En die zeiden: het evenement kan plaatsvinden. Hoe rechtvaardig je besluitvorming? Daar draait het om. Wij deden dat aan de hand van de adviezen van de regering. Deze gaven ons een krachtig handvat. Ik vind het overigens ook goed van het kabinet dat ze koersen op wetenschappelijke kennis van het RIVM, hoe beperkt deze kennis soms ook is.’
Sociale cohesie
Hoewel het eerste coronabesluit Palstra zwaar viel, slaat de rector in zijn verhaal over de crisis vooral een positieve toon aan. Hij benadrukt dat deze tijd nieuwe mogelijkheden biedt. ‘We krijgen een enorme kans om de universiteit een duw in de juiste richting te geven. We zijn, naast de normale bedrijfsvoering, in mijn optiek een nieuwe universiteit aan het opbouwen. We vragen ons af: wat is belangrijk als universiteit? Een belangrijke kernwaarde is vakkennis, vanzelfsprekend. Maar ik merk dat juist in deze tijd de sociale cohesie enorm wordt gewaardeerd.’
'Ik wil niet verhullen dat er dingen zijn misgegaan’
Met ‘sociale cohesie’ doelt de rector ook op de fysieke campus, die voor de coronacrisis vaak als vanzelfsprekend werd ervaren. Volgens Palstra zijn de (toevallige) ontmoetingen die daar plaatsvinden cruciaal voor de UT-gemeenschap. ‘We horen het de laatste weken steeds vaker van studenten en medewerkers. Wanneer mogen we terug? Ik mis de campus zelf ook. Juist fysieke ontmoetingen werken heel stimulerend.’
Kleinschalig en intensief
De vraag blijft welk perspectief het CvB kan bieden aan studenten en medewerkers die terugverlangen naar de campus. Voorlopig worden de meeste gebouwen slechts beperkt gebruikt. ‘We gaan de activiteiten langzaam opbouwen. We willen allereerst ruimte maken voor onderzoek en voor studenten die gebruik moeten maken van de labs om af te studeren. Ook de activiteiten waarbij studenten elkaar weer ontmoeten, krijgen voorrang. Vanaf september zetten we sterk in op kleinschalig onderwijs.’
‘Hoe rechtvaardig je besluitvorming? Daar draait het om’
Bijeenkomsten met honderden mensen vinden ook vanaf september nog niet plaats op de campus, benadrukt Palstra. Grootschalige hoorcolleges zijn daarom voorlopig van de baan, althans in fysieke vorm. ‘Dit is ook niet wat studenten en medewerkers het belangrijkst vinden. Ik hoor van studenten dat ze vooral het dagelijks contact met studiegenoten en docenten missen. Daarom werken we vanaf september weer zoveel als mogelijk op de campus, maar de nadruk ligt op kleinschalige, intensieve samenwerking, passend bij het Twents onderwijsmodel (TOM). Onze ruime campus biedt daartoe de unieke mogelijkheid. We noemen de UT sinds kort niet voor niets: de anderhalve vierkante kilometer-universiteit.’
Digitalisering
Niettemin zal ook digitaal onderwijs, dat de afgelopen maanden een hoge vlucht nam, een rol blijven spelen in de toekomst. ‘Als iets online effectief werkt, waarom zouden we het dan niet zo blijven doen?’ De rector is onder de indruk van de digitalisering die de afgelopen maanden noodgedwongen heeft plaatsgevonden. ‘Er zijn grote stappen gezet en er is enorm veel werk verricht. Als ik het vergelijk met half maart, dan overstijgt het alle verwachtingen. Er is door onze staf ontzettend gecommitteerd gewerkt om het onderwijs online aan te bieden.’
Volgens Palstra is de studieachterstand dankzij de inzet van medewerkers tot een minimum beperkt. ‘Wij hebben het beeld dat de studievoortgang ook digitaal vrijwel normaal heeft kunnen plaatsvinden. Er zijn moeilijkheden geweest, natuurlijk. Zo is tentaminering online bijzonder lastig. Als UT zetten we onze vraagtekens bij het grootschalig inzetten van proctoring software, technologie waarmee docenten op afstand het digitale gedrag van studenten kunnen controleren. Ik hoor van studenten dat ze over het algemeen positief zijn over de manier waarop de toetsen zijn afgenomen. Tegelijkertijd wil ik niet verhullen dat er ook dingen zijn misgegaan.’
'Het is een tweesprong in de weg. Een crisis kan negatief uitpakken, maar ook positief'
Zo werd een online toets van Technical Computer Science ongeldig verklaard door fraude. Het is volgens de rector niet het enige incident, maar het zijn nadrukkelijk wel ‘incidenten’. ‘We vragen van onze studenten verantwoordelijk gedrag. Dat gaat bijna altijd goed, maar bij sommigen is het nog niet helemaal doorgedrongen. Er zit bovendien een verschil tussen bachelor- en masterstudenten. In het eerste jaar voelen de studenten veel druk om alle punten te halen, ook al is het bindend studieadvies (bsa) uitgesteld. Ze ondervinden de nodige stress en dat werkt bepaald gedrag in de hand. Daarmee praat ik fraude niet goed. Waar fraude heeft plaatsgevonden, is het opgemerkt. Vervolgens zijn er adequate maatregelen genomen.’
Palstra benadrukt dat fysieke tentamens komend collegejaar zullen terugkeren. ‘De snelle transitie naar digitale tentaminering heeft voor een ontzettend hoge werkdruk gezorgd, samen met alle andere aspecten van het online onderwijs. We moeten de digitalisering op een positieve manier inzetten. Waar het straks anders moet en kan, doen we het anders. Ik ben bovenal onder de indruk van de prestaties. De kwaliteit van het onderwijs is niet in elkaar is gezakt. Integendeel.’
Tweesprong
Ook het onderzoek aan de UT is volgens Palstra sinds het uitbreken van de coronacrisis allerminst ingestort. ‘Natuurlijk, veel labs waren gesloten, behalve voor corona-gerelateerd onderzoek. Maar dat betekent niet dat onderzoekers stil hebben gezeten. Volgens mij was de coronacrisis een uitgelezen kans om te reflecteren op je eigen onderzoek, bijvoorbeeld op de vraag: hoe kan ik met mijn onderzoek meer impact genereren?’
‘De term crisis is afgeleid uit het Grieks, waar het zoiets als ‘onderscheiden’ of ‘beslissen’ betekent. Het is een tweesprong in de weg. Een crisis kan negatief uitpakken, maar ook positief. Ofwel ons onderzoek wordt minder van kwaliteit, of we grijpen de kans aan om ons onderzoek kwalitatief te verbeteren. De coronacrisis biedt mogelijkheden om nieuwe wegen te verkennen en nieuwe partners te zoeken.’
Deze lenigheid verlangt Palstra ook van de UT-promovendi. ‘Het was een enorme, soms uitermate moeilijke omschakeling voor onze PhD’s, maar ik ben ervan overtuigd dat zij ook tijdens de coronacrisis aan belangrijke aspecten van hun promotieonderzoek konden werken, zij het soms op een andere manier. Denk aan literatuuronderzoek of het schrijven van artikelen. Deze crisis betekent voor promovendi niet automatisch dat ze vertraging oplopen, zolang ze maar flexibel meebewegen met de onverwachte gebeurtenissen van de afgelopen maanden. Het gaat uiteindelijk om een proeve van bekwaamheid: zijn ze in staat om goed onderzoek te doen? Deze eis is kwalitatief, niet kwantitatief.’
'Het geeft veel voldoening om richting te geven aan de universiteit, zeker nu'
De coronacrisis beïnvloedt volgens Palstra ook de manier waarop wetenschap wordt bedreven. ‘Het hangt ervan af hoe de maatschappij zich na de crisis ontwikkelt, maar ik kan mij niet voorstellen dat we op de oude voet verdergaan. Minder reizen ligt voor de hand. Ik zie dat er in de wetenschap nu al nieuwe manieren zijn gevonden om elkaar toch te ontmoeten, om toch de samenwerking aan te gaan, bijvoorbeeld tijdens digitale conferenties. Dat is voor de duurzaamheid een positieve ontwikkeling.’
Maar hoe zit het met de internationale samenwerking nu de landsgrenzen door de coronacrisis juist worden gesloten? ‘Dat is inderdaad een zeker risico. Maar ik ben ervan overtuigd dat we in de toekomst de grenzen niet gesloten houden, zeker niet binnen de wetenschap, ook dankzij alle digitale middelen die we nu tot onze beschikking hebben. Binnen de Europese gemeenschap zijn er de afgelopen twintig jaar enorme stappen gezet op wetenschappelijk gebied. Deze samenwerking heeft veel positieve ontwikkelingen opgeleverd. Nu gaan we weer op zoek naar nieuwe wegen, met de nadruk op duurzame alternatieven.’
Afscheid
De coronacrisis komt voor Palstra op een bijzonder moment. Na vier jaar draagt hij in november tijdens de Dies Natalis het stokje over aan zijn opvolger. ‘Of ik tijdens de crisis met mijn aanstaande vertrek bezig ben geweest? Nee. Ik kan er dan ook weinig over zeggen. Al vóór de crisis heb ik besloten om niet aan een tweede termijn te beginnen. Ik wil weer dichter bij de wetenschap staan. Daar heeft de coronacrisis niets aan veranderd. Het vertrek als rector betekent overigens niet dat ik niet meer bij de UT blijf, maar de precieze plannen daarvoor moet ik nog uitwerken.’
‘Natuurlijk, als bestuurder is deze crisistijd een bijzondere periode om mee te maken. Ik ben blij dat ik een rol kan spelen in het richting geven aan de universiteit, zeker in moeilijke tijden. Het geeft veel voldoening. Ik vond het altijd al fijn om dat te mogen doen en dat gevoel is tijdens deze crisistijd alleen nog maar sterker geworden.’
The English version of this article will follow as soon as possible.