‘De UT is nog steeds een van de meest ondernemende universiteiten’

Als student en promovendus was de campus jarenlang je thuisbasis. Verwachtte je ooit terug te keren?

‘Totaal niet, al stond ik de laatste jaren wel iets meer in contact met de UT vanwege mijn werk voor Flexiramics op het Kennispark. De nieuwsgierigheid naar de UT is nooit weggeweest. Na mijn promotie startte ik een klein bedrijf met UT-deeltijdhoogleraar Arian Nijmeijer met behulp van de TOP-regeling. Dat mislukte faliekant, zoals dat hoort bij beginnende ondernemers. Daarna ging ik het bedrijfsleven in: bij URENCO, Twence en Flexiramics. De rode lijn in al die jaren is de hoogwaardige technologie, het innovatieve karakter en het internationale aspect. Ik zocht het laatste jaar naar een andere context om bij te dragen aan bedrijvigheid in deze regio. Toen kwam deze functie voorbij.’

Inmiddels zit je zo’n drie maanden in het gebouw waar je ook studeerde. Hoe bevalt het?

‘Deze plek heeft blijkbaar een aantrekkingskracht waar ik niet vanaf kom. Het bevalt uitstekend en dat komt vooral door de club van professionele mensen. Ik kreeg deze week de vraag of ik al gesetteld ben. Nou, gelukkig niet. Dat zou veel te snel zijn. Ook al breng ik kennis en ervaring mee en ken ik het type bedrijven dat we helpen: ik probeer vooral veel te luisteren, al vorm ik af en toe wel een mening en deel ik die als het moet. Ik ga alleen niet als een olifant door de porseleinkast, dat is hier ook niet nodig. Jaap (Beernink, red.) heeft wat moois neergezet en daar wil ik op verder bouwen.’

Wat typeert jouw aanpak dan wel?

‘Ik ben heel erg van het samen doen. Ik ben eindverantwoordelijk, maar houd graag veel verantwoordelijkheid in de organisatie. Ik zie graag dat collega’s dingen oppakken en daarin fouten maken mag. Het is aan mij om een richting aan te geven in onze missie: we willen in 2033 zeggen dat we 100.000 ondernemers hebben geholpen met de wereld veranderen door innovatie. Dat doel is glashelder en dat boek gaan we schrijven, maar daar zijn plannen en strategieën voor nodig. Daar wil ik mijn aandeel in pakken.’

'Je kunt pas impact maken als je concreet kan laten zien wat je doet'

Hoe ondernemend is de universiteit nog anno 2024?

‘De UT is nog steeds een van de meest ondernemende universiteiten van Nederland. Een van onze business developers werkte op een Knowledge Transfer Office (KTO) van een andere universiteit, maar ervoer daar een onvergelijkbare mindset over valorisatie en het oprichten van bedrijven. Op de UT en zeker ook binnen Novel-T proef je dat juist in alles. Een voorbeeld zijn de gestandaardiseerde deal terms, die gaan over de vergoeding voor en afspraken over intellectueel eigendomsrecht bij overdracht naar spin-offs. Bij het opstellen daarvan had onze collega Roy Kolkman een voortrekkersrol in de werkgroep van UNL. Meerdere partners gebruiken dat model nu, zodat afspraken helder zijn en je discussies over percentages voorkomt. Ik zie zowel in de regio als op de universiteit een sterk ondernemend DNA. Wij willen dat verder aanjagen.’

Wat zijn de grootste uitdagingen voor Novel-T de komende jaren?

‘Geld is vaak een bepalende factor om iets te bereiken. We houden rekening met de bezuinigingen van de universiteit, maar waar wij relatief geluk mee hebben, is dat wij meerdere founders hebben en dat we niet alleen afhankelijk zijn van de UT. Wij moeten goed blijven uitleggen wat we doen, waarom en met wie. En met welke resultaten. Je kunt pas impact maken als je concreet kan laten zien wat je doet.’

'Een universitaire omgeving kan per definitie niet nationaal zijn'

De UT is bezorgd over de uitkomst van de internationaliseringsdiscussie en de aanstaande wetgeving. Deel jij die zorgen?

‘Ik wil niet té uitgesproken zijn, maar daar vind ik wel iets van. Ik deel de zorgen van het college van bestuur. Als ik internationalisering vertaal naar Novel-T: een hele boel startups en vooral spinoffs zijn opgericht en bedacht door internationale studenten. Het is glashelder dat een universitaire omgeving per definitie niet nationaal kan zijn, dat is wereldwijd zo. De thematiek is heel interessant voor ons. We bieden niet alleen support voor de vaak internationale startups en spin-offs, maar zijn er ook voor het mkb in de regio. Dat maakt dat een lagere instroom van internationale studenten ons minder hard raakt dan de UT.’

Grote bedrijven maken zich steeds meer zorgen over het Nederlandse vestigingsklimaat en dreigen zelfs te vertrekken. Raakt dat jullie?

‘De aantrekkelijkheid van het vestigingsklimaat is van groot belang voor ons. Het maakt dat je nieuwe bedrijvigheid kan starten. Toch ligt dit thema meer bij investeringsmaatschappij OostNL, daar houden ze zich meer bezig met clusterontwikkeling, maar we proberen wel te voeden en mee te geven wat er speelt. Een aantrekkelijk vestigingsklimaat is wenselijk, maar ons daarmee bezighouden is geen core business. Daar kozen we enkele jaren geleden bewust voor toen we van Kennispark Twente overgingen in Novel-T. Het Kennispark Twente van nu doet de gebiedsontwikkeling, waar wij ons richten op het aanjagen van innovatief ondernemerschap.’

'We hebben de neiging altijd naar het westen te kijken, maak kijk eens naar het oosten'

Waarin kan Novel-T zich de komende jaren onderscheiden?

‘Op het vlak van samenwerking, in alle gremia. Veel gaat al goed, maar het kan nog beter. We moeten elkaar niet voor de voeten lopen in de regio, laat staat beconcurreren. Alles wat we doen is gericht op de regio en het gaat om resultaat. Dan hoeft er helemaal geen Novel-T-sticker op te komen zitten, want onze naam is hartstikke goed. De samenwerking met REACH, onze zusterorganisatie in Münster, is een goed voorbeeld. We hebben in Twente de neiging om altijd naar het westen te kijken, maak kijk eens naar het oosten. Op een uur rijden zit een joekel van een universiteit, een enorme hogeschool, een stad met meer dan 300.000 inwoners en het ondernemers-dna is vergelijkbaar met dat van ons. Uit zo’n samenwerking valt heel veel winst te halen.’