Erkenning is meer dan een cheque

| Redactie

Het tweewekelijkse commentaar van U-Today. Geef de docent in het klaslokaal de erkenning die ze toekomt. Dat kan door ze tijd te geven voor hun onderwijs, en ze zicht te bieden op een volgende stap op de campus.

Een mooie onderscheiding voor assistant professor Farid Vahdati (ET), hij werd maandag uitgroepen tot UT-docent van het jaar. Naast de oorkonde krijgt Vahdati een geldbedrag van 2500 euro. Het is goed dat de UT op deze manier appreciatie toont voor een uitstekende docent. Maar nog belangrijker is waardering, die niet om des keizers baard is. Erkenning is meer dan een cheque, een lach en een zoen.

Het Rathenau Instituut becijferde begin dit jaar dat universiteiten zo veel geld aan onderzoek besteden, dat er steeds minder voor onderwijs overblijft. Dat komt door het fenomeen matching: de universiteiten moeten geld bijleggen voor de onderzoeksopdrachten van bijvoorbeeld NWO, Brussel en non-profitorganisaties. Die betalen regelmatig alleen de personeelskosten, de universiteit draait op voor kostenposten als huisvesting en apparatuur. Volgens het Rathenau Instituut matchen universiteiten 74 cent op iedere onderzoekseuro. Geld dat niet naar onderwijs gaat.

Nu speelt er op de campus nog een ander probleem. Vacatures voor universitair docenten worden maar mondjesmaat ingevuld. Het geld is er wel, maar het personeel is gewoon niet te vinden. Het gevolg: al die studenten begeleiden naar hun diploma moet dus met relatief weinig vast onderwijzend personeel. ‘Structureel hebben we tien procent van de vacatures niet ingevuld en dat levert werkdruk op’, zei Anton Stoorvogel in de Uraad. Zijn collega Gert Brinkman viel hem bij: ‘Moet niet al het geld naar onderwijs?’

Als de UT die goede docenten wil aantrekken en behouden, dan moet je hen iets bieden. Een goed salaris, zeker. Maar ook carrièreperspectief. Het is daarom bemoedigend dat rector Thom Palstra inzet op docentprofessionalisering, in de vorm van bijvoorbeeld de Basiskwalificatie- en Senior Kwalificatie Onderwijs (BKO en SKO). Maar, die hoepels waar de docenten doorheen springen, leiden niet direct tot een volgende loopbaanstap.

En dan is er nog de aangekondigde carrièremogelijkheid: hoogleraar met onderwijsaccent. Dat klinkt veelbelovend, maar duidelijk is ook dat dit pad niet voor iedere excellente docent is weggelegd. De rector zei daarover dat de UT niet kiest voor het model Maastricht, waar hoogleraren zich in twee vakgebieden op onderwijs profileren. De UT kiest voor een andere vorm: hier moet je excelleren op zowel onderwijs áls onderzoek. En voor die tweede pijler, onderwijs; moet de kandidaat een national and international leader in teaching en learning zijn. Dat is heel wat anders dan de docent die een groep studenten meevoert in zijn verhaal, en hen inspireert en uitdaagt.

De UT profileert zich graag als research university. Het is een van de redenen dat bijna het gehele onderwijsaanbod in het Engels is, want dat sluit goed aan bij het internationale onderzoek. Het gevaar is dat de kwaliteit van het onderwijs daar ondergeschikt aan is. Juist onderwijs valt of staat bij de docent, degene die dagelijks voor de groep staat. Als die de wereld overvliegt om conferenties te bezoeken of om te werken aan zijn leadership, dan schiet de UT haar doel voorbij. Geef ze in het klaslokaal de erkenning die ze toekomt. Dat kan door ze tijd te geven voor hun onderwijs, en ze zicht te bieden op een volgende stap op de campus.

 

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.