Sportief was hij altijd al. ‘Ik voetbalde graag. Wanneer de tegenstander snelle aanvallers had, werd ik in de verdediging gezet; ik ben op het veld nooit iemand tegen gekomen die harder liep dan ik.’ Als jongen deed hij af en toe mee met hardloopwedstrijden van 5 kilometer waarbij hij steevast voorin meeliep en toen hij eenmalig meedeed aan een schaatswedstrijd eindigde hij als eerste.
‘Vorig jaar mei schreef ik me in voor een sprintwedstrijd in Hengelo. Je weet hoe dat gaat met voetbaljongens onderling: het werd al snel een soort weddenschap. Ik wilde de 100 meter binnen 12 seconden lopen. Dat lukte: ik had 11.96 nodig.’ Jan Heusinkveld, trainer van UT-atletiekvereniging Kronos, zag het talent en nam Rogier onder zijn hoede. Een week en één training later liep hij dezelfde afstand in 11.36: een fikse vooruitgang!
Voor een leek is de snelheid in seconden misschien moeilijk in te schatten. Rogier lacht: ‘Ik mag niet trainen in de bebouwde kom.’ Zijn maximale snelheid weet hij niet precies, maar bij een recente meting ging hij ruim 36 km/u. En er valt nog winst te maken: ‘Mijn start kan beter. Het startblok zou natuurlijk moeten helpen, maar het werkt nu juist tegen me; ik ben er nog steeds niet helemaal aan gewend.’ Ook de sintelbaan op de campus belemmert de snelheid. ‘Erg ouderwets. De spikes gaan niet goed samen met de steentjes op de baan. Bovendien blijft de regen erop staan. Tegenwoordig loop je op kunststof.’
Rogier traint elke dag. ‘Ik ben al 27, daarom wil ik er nu uit halen wat er in zit. Niet meer stappen dus, en slechts sporadisch alcohol.’ Samen met een aantal andere ambitieuze regionale renners richtte hij een estafetteteam op. Ze ontmoetten elkaar tijdens wedstrijden. ‘Atletiek is onderbelicht. Ik wil het meer onder de aandacht brengen. Er zijn nu bijna geen sponsors. Wanneer dat verandert, groeit de atletiekwereld.'
Meer lezen over Rogier en andere topsporters die studeren aan de Universiteit Twente? Houd het septembernummer van het UT Nieuws in de gaten!