Wie de Harry Potter-reeks heeft verslonden, zal zich ongetwijfeld meermaals hebben ingebeeld hoe het is om manoeuvrerend op een vliegende bezem een beuker te ontwijken en in een ultieme poging de gouden snaai te vangen. Hoe anders is onze Dreuzel-wereld, waar we gedwongen zijn om met beide benen op de grond te leven. Toch bestaat er sinds 2005 een evenknie van de immer populaire tovenaarssport.
Sinds 2016 kent de campus ook een vereniging die de sport beoefent, de Twentse Thestrals. ‘Het is een combinatie tussen handbal, trefbal en rugby’, vertelt Boyd Heitink, werkzaam bij de dienst LISA als systeembeheerder. Hij is een van de leden van het eerste uur en tegenwoordig trainer van de Twentse Thestrals. ‘De sport werd eerst zwerkbal genoemd – quidditch in het Engels. Tegenwoordig proberen ze de sport in de VS groot te maken, met grote sponsorcontracten. Mede daarom wordt zoveel mogelijk afstand genomen van de termen uit de boekenreeks en heet de sport sindsdien quadbal, naar de vier ballen waarmee gespeeld wordt.’
De spelregels
Wie voor het eerst een quadbalwedstrijd aanschouwt, zal enige moeite moeten doen om logica in de ogenschijnlijke chaos te ontwaren. De sport wordt met twee teams van elk zeven spelers gespeeld, op een rechthoekig veld. Aan weerszijden van het veld staan drie hoepels, die verdedigd worden door een keeper. Elk team heeft drie spelers die met een iets leeggelopen volleybal door de hoepels proberen te gooien. Elke goal is tien punten waard.
Daarnaast heeft elk team twee spelers die in totaal de beschikking hebben over drie trefballen. Aan hen de taak om de spelers van het scoren af te houden. Wie geraakt is, moet terug naar een van de eigen hoepels. En dan is er nog een vijfde bal in het spel, een tennisbal die in een gele sok zit, vastgeplakt aan een zogeheten flagrunner, die na welgeteld 19 minuten het veld in komt. Elk team heeft één speler die probeert die tennisbal te ontfutselen, goed voor dertig punten en het einde van de wedstrijd. Opvallend: elke speler heeft een pvc-buis tussen de benen geklemd, van origine om een bezemsteel te simuleren.
Inclusief en toegankelijk
Wat de sport enerverend maakt? ‘Voor iedereen zal het antwoord net iets anders zijn’, zegt Heitink. ‘We hebben leden die een andere sport op hoog niveau hebben beoefend en nu helemaal opgaan in de tactiek. Iemand anders die net komt kijken, wil het liefst zoveel mogelijk verschillende posities innemen, zelfs in dezelfde wedstrijd. Maar er zijn ook mensen die nog nooit een sport hebben beoefend, of dat lang geleden voor het laatst deden, en volledig opbloeien.’
Wat de sport sowieso typeert, is het inclusieve karakter, vervolgt Heitink. ‘Dat is een belangrijk aspect; je mag per gender maximaal vier spelers opstellen. Daarnaast vallen non-binaire mensen in een separate categorie. De sport wil toegankelijk zijn voor alle achtergronden en identiteiten.’ Toegankelijkheid is ook een sleutelwoord voor de Twentse Thestrals. ‘Bij ons team mag je zijn wie je bent, je maakt altijd onderdeel uit van het geheel. Dat is onze kracht. Het is een teamprestatie, het draait nooit om het individu.’
Europees kampioenschap
Op sportief vlak kunnen de Drienerlose quadballers een indrukwekkende palmares overleggen. Sinds de oprichting van de vereniging ging slechts eenmaal de nationale titel naar een directe concurrent, de Rotterdam Ravens. Twee weken geleden deden de Twentse Thestrals mee aan de European Quidditch Cup in het Franse Golbey. Het resultaat was een verdienstelijke achtste plek.
‘Met 24 deelnemende teams uit heel Europa was ons doel om de top 12 te halen, ook vanwege een paar blessuregevallen. Dat we uiteindelijk de kwartfinales hebben gehaald, is echt ongelooflijk’, aldus Heitink, die hoopt op meer concurrentie binnen Nederland. ‘Het is een opstartende sport in Nederland. De teams uit Rotterdam en Wageningen maken het ons weleens moeilijk. Maar van meer concurrentie worden we allemaal beter.’
Traditie
Ondertussen zijn de Twentse Thestrals meer en meer een gevestigde naam binnen de sport. Met zo’n twintig leden – waarvan er zeventien actief zijn als speler – is er volgens Heitink absoluut ruimte voor groei in ledenaantallen. Zo’n lidmaatschap is volgens hem ook allesbehalve gekoppeld aan het al dan niet idolaat zijn van de Harry Potter-reeks. ‘We hebben vrij veel mensen die ooit om die reden lid zijn geworden. Dat geldt ook voor mezelf. Maar inmiddels hebben we ook enkele leden die niks van Harrry Potter hebben gelezen of gezien.’
De vereniging vormt zelf immers al de nodige verhalen. ‘Uiteraard borrelen we weleens na een training. Maar vaste prik is dat we elke wedstrijddag afsluiten bij de McDonald’s. Elk ander restaurant is een no-go. Als afsluiting van onze allereerste wedstrijddag zouden we namelijk afspreken bij een kiprestaurant, maar twee auto’s belandden per ongeluk bij een McDonald’s. Hoe knullig het ook ging, zo ontstond vanzelf een mooie traditie.’