De Uraad schrijft in de brief dat er ‘ernstige twijfels zijn over de rol en houding van het college.’ De raad hekelt het feit dat steeds meer collegebesluiten vertrouwelijk zijn en dat de medezeggenschap niet of alleen heel laat geïnformeerd wordt. Ook verwijt de raad het college dat het slecht antwoordt op vragen en dat het adviezen zo maar naast zich neerlegt.’
De raad noemt de nog lopende discussie over de inrichting van de topondersteuning van de faculteiten als voorbeeld. ‘Het college heeft langs twee lijnen verschillende plannen ontwikkeld en heeft daarin niet de noodzakelijke openheid betracht.’
Slechte prestaties
Daarnaast maakt de raad zich ‘ernstige zorgen’ over de ‘slechte’ prestaties van de UT. De Uraad vindt dat het college van bestuur onvoldoende inspeelt op het dalende marktaandeel van de UT, de slechte uitkomsten van de Nationale Studentenenquête en de lage plaats op wereldwijde onderzoeksrankings.
Met oproepen van de raad om actie te ondernemen - bijvoorbeeld inzake TOM - heeft het college volgens de Uraad ‘vaak feitelijk niets gedaan’. Het college heeft ‘een houding die de Uraad zeer onwenselijk vindt, want niet constructief en niet goed voor de resultaten van de UT.’
‘Onvoldoende vertrouwen’
‘De Uraad is dan ook van mening dat het zo niet verder kan’, concludeert de brief. ‘Op deze manier is er onvoldoende vertrouwen voor een goede samenwerking en dito beleid, wat zeer nadelig uitpakt voor de UT.’
In de afsluiting schrijft de raad wat komend collegejaar van het CvB wordt verwacht, namelijk: een heldere en eenduidige organisatie met besluiten in heldere taal, volstrekt transparante besluitvorming en prioriteit voor de aanpak van alle problemen rond het bacheloronderwijs en de aantrekkelijkheid van opleidingen.
Geen motie in achterzak
Het stuk van de Uraad wordt woensdagochtend besproken met het college van bestuur in een extra overlegvergadering. In een toelichting laat Uraad-voorzitter Herbert Wormeester weten dat de brief weliswaar ‘scherp is gesteld’ maar beslist niet gelezen moet worden als een motie van wantrouwen. ‘Die hebben we woensdag ook niet in onze achterzak.’
‘Wat wij willen is een goed gesprek aangaan met het college. We hebben heel duidelijk aangegeven hoe wij hier in staan. Er moet echt een breuk komen in de manier waarop het college met besluitvorming omgaat’, aldus Wormeester. Vooruitblikken op de discussie wil hij niet. ‘Ik ga niet speculeren op wat het college gaat doen.’
Het college laat weten niet voor woensdag te willen reageren op de verwijten die de Uraad uit.