Wil jij een laboratoriumbiefstuk?

| Rense Kuipers

Eerstejaars ATLAS-student Stef Koenis (18) doet onderzoek naar kweekvlees. Hij wil het onderwerp vanuit verschillende perspectieven bekijken. Willen we als consument eigenlijk wel een ‘laboratoriumbiefstuk’ op ons bord? Onder andere daarover blogt hij.

Photo by: Freeimages.com

‘Qua marketing is het een interessant product om bij de consument te krijgen’, zegt Koenis, die vanuit zijn opleiding 6 EC zelf kan invullen en koos voor het bloggen over kweekvlees. ‘Het lastige is dat het technologisch klinkt en vlees op zich is een erg complex fenomeen. Onze cultuur is er immers op ingericht dat we vlees eten.’

Vervuilend

En dat terwijl de vleesindustrie misschien wel de grootste vervuiler ter wereld is, beaamt Koenis geluiden uit onder andere de documentaire Cowspiracy. ‘De vleesindustrie is verantwoordelijk voor 18 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot, evenveel als de transportindustrie’, aldus Koenis. ‘Ook voor het verbouwen van gewassen die vervolgens aan ons vee worden gevoerd, worden bomen in de Amazone gekapt en is enorm veel water nodig’, zo verwijst hij naar het onderzoek van UT-hoogleraar waterbeheer Arjen Hoekstra.

Kweekvlees biedt volgens Koenis mogelijkheden om duurzamer om te gaan met onze vleesconsumptie. Maar hoe kweek je het eigenlijk en hoe ver is de ontwikkeling al? ‘Kweekvlees is op het moment nog vooral geschikt voor de productie van bewerkt vlees zoals gehakt’, vertelt Koenis. ‘De eerste kweekhamburger – ontwikkeld door Mark Post van de universiteit van Maastricht – werd een paar jaar geleden gepresenteerd. De totale onderzoekskosten bedroegen vijf ton.’

Biopsie

‘Om kweekvlees te maken worden eerst diercellen afgenomen door middel van biopsie’, legt Koenis uit. ‘Vervolgens moeten deze cellen groeien in een serum. Om de spiervezels stevigheid te geven moeten spiercellen gestimuleerd worden met stroomstoten.’

Een echte kweekbiefstuk zit er echter nog niet in. Grote stukken vlees zijn immers nog niet in één stuk te kweken omdat er in principe geen bloedvaten tussen de gekweekte spiervezels zitten. Dit bemoeilijkt de toevoer van voedingsstoffen bij grotere structuren: de onderste spiercellen stikken dan, schetst Koenis de problematiek, die wel mogelijkheden ziet in het toevoegen van 3D-structuren aan het vlees.

‘Het mooie is dat je heel veel kunt afstellen in een bioreactor’, vertelt Koenis. ‘Zo kun je bijvoorbeeld meer vetcellen toevoegen. De inhoud is goed te bepalen, wat het ten opzichte van gewoon vlees ook veiliger maakt. Er zijn geen antibiotica in het spel en je weet precies wat erin zit. Qua smaak is de ontwikkeling echter nog niet ver. Smaak is erg complex en wordt bij ‘gewoon’ vlees bijvoorbeeld mede bepaald door het aanwezige bloed.’

Pig in your backyard

Als kweekvlees eenmaal wel beschikbaar is voor de consument, zouden vegetariërs het gaan eten? ‘Ik denk het wel’, antwoordt Koenis. ‘Veelgebruikte argumenten tegen het eten van vlees zijn gebaseerd op dierenwelzijn en gezondheid. Bij kweekvlees hoeven geen dieren te sterven. Aan de andere kant maak je wel gebruik van diercellen.’

Zo wordt volgens Koenis onderzoek gedaan naar acceptatie, waarin ook het idee van een ‘pig in your backyard’ wordt geschetst als mogelijk toekomstbeeld. Koenis: ‘Stel je voor, je hebt als buurt een of meerdere dieren waarvan je eens in de zoveel tijd cellen afneemt. Dan zou je die in een eigen bioreactor kunnen kweken.’ Zoiets zou volgens Koenis de relatie tussen mens en dier fundamenteel kunnen veranderen; een slachtdier wordt een soort huisdier.

Toekomstmuziek

En ook dat heeft weer gevolgen, bijvoorbeeld welke rol boeren gaan spelen op het moment dat kweekvlees echt commercieel beschikbaar komt. Dit blijft voorlopig toekomstmuziek, want er zijn nog genoeg uitdagingen volgens Koenis.

Koenis: ‘Denk aan de kosten, massaproductie via bioreactoren, de smaak, structuur, kleur en samenstelling, het vinden van goede stamcellen en hoe je het aan de man brengt.’ Daarom wil Koenis het onderwerp op zijn blog van zo veel mogelijk kanten belichten.

Wil je de blog volgen? Dat kan via Koenis’ eigen website en via UT Nieuws Blogs.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.