Ik heb het afgelopen jaar heel veel cijfers en bedragen voorbij zien vliegen. Maar waar draait het nou om?
Houd vooral het volgende bedrag in het achterhoofd: 20 miljoen euro. Zoveel moet de UT komend jaar grofweg zien te bezuinigen om financieel enigszins gezond te blijven. En daar horen – hoe pijnlijk ook – pijnlijke maatregelen bij. Het is niet voor niets dat het college van bestuur afgelopen zomer aan de noodrem trok. En niet voor niets dat de faculteit TNW afgelopen september een reorganisatie afkondigde.
Hoeveel mensen moeten ‘eruit’ om de UT weer financieel gezond te krijgen?
De UT heeft de afgelopen zomer meerdere scenario’s uitgedokterd. Het minst ongunstige scenario gaat uit van cijfers uit de laatste voorjaarsnota. Zeg maar: het financiële plaatje in grote lijnen voor de komende vijf jaar. Die cijfers zijn gebaseerd op (dalende) studentenpopulatie tot een niveau van ongeveer 10 tot 11 duizend studenten. Dat zou betekenen dat er ongeveer 250 fte ‘verdwijnt’. Maar dan is er ook nog een soort perfecte storm-scenario. Die houdt rekening met die gigantische overheidsbezuinigingen, de invoering van de internationaliseringswet én de invoering van de langstudeerboete. In dat geval verdwijnt 400 tot 500 fte.
Hoeveel UT’ers moeten vertrekken, zal dus ergens tussen de 250 en grofweg vijfhonderd uitkomen. En er is nog zeker niet gezegd dat honderden mensen gedwongen ontslagen worden. Nog steeds verwacht de UT namelijk dat met ‘natuurlijk verloop’ – denk aan pensioenen en het aflopen van tijdelijke contracten – de komende jaren al zo’n 150 medewerkers vertrekken.
Dit klinkt allemaal wel heftig. Zat de UT al eerder in zo’n situatie?
L’histoire, se répète. Een Franstalig stukje relativering om te zeggen dat de geschiedenis zich gedoemd is te herhalen. Ook al is de UT een relatief jonge universiteit, natuurlijk heeft de universiteit in het verleden ook de broekriem weleens stevig moeten aantrekken. Begin jaren 2000 was de UT ook stevig aan het reorganiseren en fuseren. Al die veranderingen hadden zelfs een bestuurscrisis tot gevolg. Maar, zoals toenmalig rector en collegevoorzitter Frans van Vught onlangs terugblikte: de UT kwam er wel sterker uit.
Ook kersvers emeritus hoogleraar Albert van den Berg had relativerende woorden bij zijn afscheidsinterview: ‘Er is geen grote organisatie die niet af en toe door dit soort momenten heen moet. Het is als ziek worden. Dat kan je proberen te vermijden, maar het overkomt iedereen in z’n leven.’
En een laatste stukje relativering: de UT is zeker niet de enige universiteit die moet bezuinigen. Alleen al in Utrecht worden zes taalopleidingen geschrapt.
Wat staat me in 2025 te wachten?
Verwacht niet dat de acute bezuinigingsmaatregelen weggaan. De UT zit nu eenmaal niet in een luxepositie om de touwtjes te laten vieren. Sterker nog, het lukt dit jaar niet eens om de bezuinigingsdoelen te halen. Kortom: weinig inzet van studentassistenten, weinig internationaal reizen, weinig nieuwe vacatures, weinig contractverlengingen, weinig externe inhuur. We zeggen hier met nadruk weinig, want de UT biedt nog altijd ruimte voor wat uitzonderingen.
Oké, we zitten in een donkere tunnel. Maar is er ergens al licht te zien aan het einde van die tunnel?
Een enkel glimpje licht misschien. Na al die protesten en de nodige onderhandelingen houdt de minister toch iets minder z’n poot stijf dan gedacht qua bezuinigingen. De UT wil zichzelf in 2025 ‘opnieuw uitvinden’. Dat blijft allemaal voorlopig nog wat vaag, maar als je tussen de regels doorleest gaat het onderwijs op de schop en moet het rendabel zijn, wordt de (ondersteunende) organisatie kleiner en wordt het financiële toezicht strakker.
De uitdrukking ‘de broekriem aanhalen’ is er immers niet voor niets. De UT moet zien af te slanken. En zoals het er nu uitziet moet die broekriem niet één, maar meerdere gaatjes strakker.
Meer weten over de financiële ontwikkelingen? Lees dan volgende week onze uitgebreide en uitgediepte reconstructie van het afgelopen jaar.