Symbolische soberheid, zo noemden we in ons redactioneel commentaar van 8 januari het afgelasten van het traditionele nieuwjaarsontbijt. Die keuze viel al voor de kerstvakantie, in de dagen dat het college van bestuur en de universiteitsraad er een buitengewoon stroperig overleg over de begroting voor 2024 op nahielden. Tijdens de vergadering op 20 december 2023 noemde de universiteitsraad het ‘zeer onwaarschijnlijk’ dat de beoogde cijfers behaald zouden worden en noemde tal van zorgen op. Ondanks die zorgen stemde de universiteitsraad ‘gewoon’ in met de begroting.
Maar de woorden van universiteitsraadsvoorzitter Herbert Wormeester galmen nog na: ‘Soms ben ik bezorgd over het gebrek aan urgentie, andere momenten ben ik verrast door de paniek.’ In het najaar van 2023 verzwaarde de UT al financiële maatregelen met een vacaturestop en het af laten lopen van tijdelijke contracten. En uiteraard het welbekende schrappen van de vergaderlunches. Zodoende was het niet gek dat ook het nieuwjaarsontbijt sneuvelde. Noem het een stukje symboolpolitiek om de urgentie van de bezuinigingen meer door te laten dringen.
De UT koos ervoor een pas op de plaats te maken, in plaats van een richting te kiezen
De kaasschaaf
Want die maatregelen als de verkapte vacaturestop en het snijden in de vergaderlunches, die kun je vooral zien als het hanteren van de zogeheten kaasschaafmethode. Die eerste maanden van 2024 bleef de UT de kaasschaaf hanteren. Plakje bij plakje moest iedere faculteit en dienst iets inleveren, om aan een zogeheten taakstelling – een totale bezuiniging van 12 miljoen euro – te voldoen.
Critici van die kaasschaafmethode zouden zeggen dat het een verkapte manier is van het vermijden van daadwerkelijke keuzes. Er is minder mogelijk binnen exact dezelfde organisatie. Ergo, de UT koos ervoor een pas op de plaats te maken, in plaats van een richting te kiezen. Noem het aanmodderen, versoberen of uithollen. Naar de zuivelbeeldspraak kun je op een gegeven moment concluderen dat er amper nog een stukje kaas van het geheel afgeschaafd kan worden, terwijl het gehele stuk kaas er niet veel fraaier op is geworden. Die gevolgen laten zich nog niet direct zien, maar zijn bijvoorbeeld wel zichtbaar tijdens de dies natalis op 24 mei, die qua aankleding en entourage ingetogener is dan voorheen. Toch, ook met minder toeters en bellen gaat de academische plechtigheid gewoon door.
In de tussentijd presenteert de UT op 27 maart een financieel maatregelenpakket, in de vorm van twintig zogeheten ‘building blocks’. Hoeveel geld de universiteit daarmee effectief wil besparen blijft op dat moment onduidelijk. Hoe die twintig bouwstenen effectief uitgevoerd moeten worden blijft ook nog onduidelijk, op enkele uitzonderingen na. Immers, ‘doelmatig bachelor- en masteronderwijs’ laat zich minder makkelijk handen en voeten geven dan ‘reduceren externe inhuur’. Het is dan ook geen actieplan, maar een overkoepelend pakket om de UT ‘financieel wendbaarder’ te maken.
En dat is hoog nodig, als de PVV, VVD, NSC en BBB op 16 mei hun hoofdlijnenakkoord rond hebben. Minder internationale studenten, forse bezuinigingen op het hoger onderwijs, een geplande invoering van de langstudeerboete… De guurrechtse wind die eerder in Den Haag opstak drijft nog meer donkere wolken richting de campus.
Ondertussen wordt op 10 juni duidelijk dat vooral de faculteiten de grootst mogelijke moeite hebben om hun personeelskosten te drukken. Het is de grootste bezuinigings-‘knop’ waar de UT aan kan draaien, met grofweg 70 procent van de totale uitgaven. Maar dat lukt de faculteiten niet met de zachte hand – geen nieuwe vacatures of contractverlengingen. Terwijl de UT een tekort van maximaal 7,5 miljoen euro wilde noteren in 2024, staat de teller na de eerste vier maanden van het jaar al op -7,4 miljoen euro.
Op 19 juni gaan het college van bestuur en de universiteitsraad om tafel om het Spring Memorandum te bespreken. Dat is het financiële raamwerk voor de komende vijf jaar. ‘Een weinig optimistisch financieel plaatje’ klinkt er vanuit de raad. En dat is niet gek, gezien de inschattingen dat de UT richting 2029 grofweg 30 miljoen per jaar moet gaan bezuinigen. De universiteitsraad deelt haar kopzorgen over de gekozen aanpak en het leiderschap – of gebrek daaraan – dat het college van bestuur toont. De raad maant het college van bestuur om een organisatiewijziging af te kondigen. Die knoop doorhakken, dat wil het CvB op dat moment niet. Een paar weken later gaan ze opnieuw om tafel.
De botte bijl
Maar op 28 juni blijkt uit een e-mail aan het hoger management dat de UT zich voorbereidt op reorganisaties bij eenheden die financieel niet op koers liggen en ‘waar onvoldoende mogelijkheden zijn om tot krimp te komen’. En waar de universiteit het eerste half jaar van 2024 vooral de kaasschaaf hanteerde, komt op 10 juli de botte bijl tevoorschijn. Het college van bestuur grijpt dan stevig in, met een aangekondigde organisatiewijziging, het optuigen van een crisisteam, het aanstellen van een ‘programmamanager organisatiewijzigingen’ en de inschatting dat er – afhankelijk van welk scenario je pakt – tussen de 250 en 500 fte moeten verdwijnen. Ook komt er een set aan acute maatregelen: een stop op studentassistenten, vacatures, externe inhuur, internationaal reizen en onderzoeksprojecten zonder sluitende begroting. Zachte heelmeesters, zoals we in ons commentaar schreven? Niet meer.
Soms is het niet per se de botte bijl die het hoofd afhakt, maar de fluwelen handschoen die de nek omdraait
Met die maatregelen en scenario’s nog vers in hun rugzak gaan de meeste UT’ers de zomervakantie in. Al snel na die zomervakantie worden de eerste gevolgen van de bezuinigingen inzichtelijk. Een bezorgde UT-docent, Jurnan Schilder, uit zijn ongenoegen over de stop op studentassistenten. Ondertussen sluiten meerdere servicedesks en stopt de UT met traineeships. Voor de zomer kon duurzaamheidsinitiatief Green Hub Twente al niet meer op centraal budget rekenen. Ook gaat de stekker uit excellentieopleiding ATLAS. Nu lag die opleiding al langer onder het vergrootglas gezien de tegenvallende instroom, maar de financiële perikelen nemen alle illusie van ademruimte weg. Zo geldt het voor meerdere ‘slachtoffers’ van 2024: soms is het niet per se de botte bijl die het hoofd afhakt, maar de fluwelen handschoen die de nek omdraait.
De faculteit TNW is de eerste – en vooralsnog enige – eenheid die een formele reorganisatie afkondigt. Dat gebeurt op 6 september. Al vier jaar op rij noteerde TNW een begrotingstekort en gezien de bezuinigingsopgave voor de komende jaren stond het faculteitsbestuur met de rug tegen de muur. De gehele universiteit houdt ondertussen haar adem in richting Prinsjesdag, de welbekende derde dinsdag van september. Het college van bestuur is strijdbaar in aanloop naar die dag, maar wijst opnieuw op de heersende onduidelijkheid. Dat is immers de knagende, haast etterende realiteit voor de UT-bestuurders: hoe kun je als universiteit fundamentele keuzes maken als ‘Den Haag’ en het ministerie van OCW als primaire broodheer nog geen definitieve keuzes hebben gemaakt? Niet voor niets vergeleek collegevoorzitter Vinod Subramaniam de – nog steeds niet gepresenteerde – internationaliseringswet met schieten op een bewegend doelwit.
Maar haalbaar of niet, de kabinetsplannen worden doorgezet, zo blijkt op Prinsjesdag. Alleen het vege lijf van de sectorplannen wordt gered, maar dat gaat dan weer ten koste van de starters- en stimuleringsbeurzen. Die middelen bevriest de UT dan ook snel daarna. Het effect van de beoogde miljardenbezuiniging vanuit Den Haag is rampzalig, zegt Subramaniam in een reactie.
Nog los van de Haagse perikelen wordt in het najaar duidelijk dat de UT zelf de grootst mogelijke moeite heeft om haar eigen bezuinigingsdoelen te halen. Van die 12 miljoen euro die bezuinigd moest worden dit jaar, is op dat moment slechts 4 miljoen euro gerealiseerd, zo wordt op 2 oktober duidelijk tijdens een vergadering tussen het college van bestuur en de universiteitsraad. Wat dan ook wordt gepresenteerd, is een zogeheten whitepaper van het Strategisch Beraad, genaamd ‘Reinventing our UT’. Het is een aanzet(je) om de UT van de toekomst vorm te geven, eentje waarbij het onderwijs ‘minder arbeidsintensief’ en ‘meer kostenefficiënt’ is bijvoorbeeld. Hoe dat er precies uit moet komen te zien, dat weten we pas medio 2025.
Illustratie: Enith Vlooswijk.
De grip – of het gebrek eraan
Want de situatie van het najaar samengevat, zoals we schetsten in een analyse op 3 oktober: Aan de ene kant moeten de acute financiële problemen worden opgelost – wat over de gehele linie met horten en stoten gaat. Aan de andere kant zet de UT zich schrap voor de bezuinigingen van het kabinet. En in de tussentijd wordt nagedacht over de universiteit van de toekomst.
Terwijl dat allemaal speelt, blijkt uit diezelfde managementrapportage dat de UT dit jaar financieel gezien toch redelijk binnen de lijntjes lijkt te gaan kleuren. Het lukt de universiteit niet om haar bezuinigingsdoelen te halen, maar enkele meevallers gaan het tekort verbloemen. Dat is een vergelijkbaar patroon met de jaren ervoor.
De UT is in alles een instelling waarbij autonomie en vrijheid belangrijke waarden zijn. Maar dat is jarenlang relatief grenzeloze vrijheid geweest
Hoe kan het dat de UT zo moeizaam bezuinigt? Het antwoord op die vraag is sterk afhankelijk van wie je het vraagt. Raad van toezicht-voorzitter Sylvia Butzke wees in een interview op 7 november op een ‘iedereen-wacht-op-iedereen-modus’. ‘De faculteiten wachten op het CvB en het CvB wacht op de faculteiten’, zei ze daarover. Die managementrapportage wijst weer op andere factoren: ‘De inrichting van de financiële administratie en de begrotingsformats zorgen ervoor dat er moeizaam gestuurd kan worden op de bezuinigingen’, zo staat er. Met andere woorden: er moet bezuinigd worden, maar er wordt niet precies duidelijk wat voor effect het sorteert.
Wat in die managementrapportage staat en wat Butzke verwoordde valt in het niet bij een gelekt rapport dat op 15 november leidt tot een artikel in regionaal dagblad Tubantia. ‘UT heeft geen grip op het geld’, kopt de krant. Het rapport van financieel adviesbureau Improfin windt er geen doekjes om, zo blijkt uit een beknopte versie. De UT is ‘onvoldoende in control’ en moet de ‘financiële hygiëne’ zo snel mogelijk op orde krijgen. Waar Butzke wees op de afwachtende houding van de organisatie, verwoordt het rapport het als ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’: ‘Er bestaat een grote discrepantie tussen de inrichting van de organisatie en de feitelijke werking in termen van gedrag en respect voor de spelregels’.
Waar de schoen volgens Finance-directeur Dennis van Zijl vooral wringt, is het gebrek aan financiële kaders. Heldere afspraken dus, waar je iedereen binnen de organisatie aan kunt houden – en op mag afrekenen als het niet goed gaat. De UT is in alles een instelling waarbij autonomie en vrijheid belangrijke waarden zijn. Dat geldt voor iedere zichzelf respecterende universiteit. Maar dat is jarenlang relatief grenzeloze vrijheid geweest. Dat is geen probleem gebleken in al die afgelopen vette jaren. Maar nu de magere jaren zijn aangebroken, breekt het de universiteit op. Zoals Van Zijl het verwoordde: ‘Nu we de teugels moeten aanhalen, blijken die teugels nergens aan vast te zitten.’
Ongeacht het gereedschap dat gehanteerd werd, bleef 2024 vooral ook het jaar van een gebrek aan grip
Terwijl die realiteit zich al enige tijd voltrekt, komen UT’ers in november in opstand. Niet tegen de manier waarop de universiteit zelf al aan het bezuinigen is, maar tegen de beslissingen in Den Haag. Onder de vlag van ‘Twente for Protest’ wordt eerst op de campus en later op het Malieveld geprotesteerd. Naar schatting waren er zo’n 15 à 20 duizend studenten, medewerkers en bestuurders in Den Haag, een protest dat enig effect sorteerde. Terwijl minister Eppo Bruins de bezuinigingen wilde doorzetten, dreigden oppositiepartijen daar in de Eerste Kamer voor te gaan liggen. Uiteindelijk bogen die oppositiepartijen alsnog en wordt van de 2 miljard euro aan onderwijsbezuinigingen nog geen 700 miljoen euro teruggedraaid. De enige lichtpuntjes voor de UT: de langstudeerboete is van tafel, mogelijk blijven wat startersbeurzen overeind en het lijkt erop dat Twente een uitzonderingspositie gaat krijgen bij het aantrekken van internationale studenten.
Zo gaan we richting het eind van een financieel gezien bijzonder bewogen jaar. Eentje waarin de universiteit gaandeweg de kaasschaaf abrupt verruilde voor de botte bijl. Ongeacht het gereedschap dat gehanteerd werd, bleef 2024 vooral ook het jaar van een gebrek aan grip: grip op het politieke discours, grip op de eigen bezuinigingen, grip op de organisatie en grip op de financiële huishouding.
Ondanks dat gebrek aan grip, blijkt uit de laatst beschikbare informatie dat de UT afkoerst op een tekort van slechts 3,4 miljoen euro. Dat vanwege allerlei meevallers, nu ook nog eens door meer collegegeld en minder huisvestingskosten. Zonder alle meevallers zou de UT alsnog 12 miljoen euro in het rood noteren. Dat is het zogeheten operationeel resultaat, dat eigenlijk laat zien hoe goed de dagelijkse financiële zaken gaan binnen een organisatie.
In de wetenschap dat de UT in 2023 een operationeel resultaat van minus 24 miljoen noteerde, kun je concluderen dat het qua financiële gezondheid wellicht iets beter gaat dan vorig jaar. Maar dat is iets anders dan zeggen dat het goed gaat, al helemaal met het oog op naderend onheil de komende jaren. Morgen bespreekt het college van bestuur de begroting van 2025 met de universiteitsraad. Begroot voor 2025 is een tekort van maximaal 3 miljoen euro. De universiteitsraad vindt de plannen niet realistisch, niet genoeg onderbouwd en uit vergelijkbare zorgen als het jaar ervoor, toen het al ‘zeer onwaarschijnlijk’ werd geacht dat de UT de begrotingscijfers van 2024 zou gaan halen. Kortom: andere bewoordingen, maar grotendeels dezelfde zorgen.
Is dat begrote tekort voor 2025 cijfermatig onhaalbaar? Zeer zeker niet. Of het met minder bokkensprongen gaat dan dit jaar? Er staat in ieder geval wel weer een nieuwjaarsbijeenkomst gepland – zonder ontbijt, maar met cake en mini-muffins. Over symbolische soberheid gesproken.